De reservataire erfgenamen
De wet biedt een bijzondere bescherming aan sommige erfgenamen. De kinderen en de langstlevende huwelijkspartner erven altijd automatisch een minimum erfdeel. Dit noemen we de erfrechtelijke "reserve". Het is een erfdeel dat als het ware geparkeerd staat voor deze erfgenamen. Erven deze erfgenamen te weinig (bv. omdat je teveel hebt geschonken aan iemand anders), dan kunnen ze hun minimaal erfdeel opeisen.

De kinderen
Kinderen genieten in ons recht van een bijzondere bescherming. Ze hebben recht op een minimum erfdeel (
reserve
De reserve is het wettelijk erfdeel dat bepaalde in de wet opgesomde erfgenamen (kinderen, de langstlevende echtgeno(o)t(e), in sommige gevallen de ouders…) nooit kan ontnomen worden.
), ongeacht hoeveel hun ouder heeft geschonken of gelegateerd via een
testament
Met een testament kan een persoon bij leven bepalen wat er na zijn overlijden met zijn goederen zal gebeuren. Bovendien kan een testament de rechten van bepaalde erfgenamen uitbreiden (bijvoorbeeld méér dan het vruchtgebruik van de gezinswoning toekennen aan de wettelijke samenwonende) of beperken (bijvoorbeeld de wettelijke reserve van de ouders afschaffen). Een testament is steeds herroepbaar.
. Schrijf je in je testament dat je kind niets mag
erven
Bij overlijden erft de overblijvende echtgenoot altijd het vruchtgebruik van de gezinswoning met alle huisraad en meubilair.
Ongehuwd samenwonenden die louter feitelijk samenwonen erven niet van elkaar tenzij er een testament in hun voordeel werd opgemaakt.
Wettelijk samenwonenden erven automatisch van elkaar.
Dit geldt alleen voor de samenwonenden die een verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand hebben opgemaakt.
, dan kan het betrokken kind toch een minimaal deel eisen!
Met kinderen bedoelen we eigenlijk “afstammelingen”. In bepaalde gevallen hebben zelfs (achter)kleinkinderen recht op een reserve. De afstammelingen van de overledene hebben recht op een reserve als ze in de ‘nuttige’ graad staan. Een kleinkind kan bijvoorbeeld geen reserve inroepen in de
nalatenschap
Vermogen, goederen en schulden op het moment van overlijden.
van zijn grootouders als zijn eigen ouder nog leeft. De ouder kan wel de reserve inroepen. Kleinkinderen hebben alleen een reserve als ze de plaats van hun ouder (door vooroverlijden of verwerping) vervullen.
De reserve geldt voor alle kinderen, ongeacht hun
afstamming
Wettelijke regels met betrekking tot bloedverwantschap. De vaststelling kan worden vastgesteld door wettelijk vermoeden of door een gerechtelijke uitspraak. De afstamming kan worden erkend of betwist.
Bij de geboorte wordt de afstamming van het kind met de ouders vastgelegd. De moeder is altijd gekend. De echtgenoot van de moeder wordt geacht de vader te zijn.
Een ongehuwde partner moet zijn kind uitdrukkelijk erkennen door middel van een verklaring voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand of bij de notaris.
. Ook buitenhuwelijkse, overspelige en geadopteerde kinderen beschikken over een reserve.
Welk deel is voorbehouden voor je kinderen?
Sinds 2018 varieert het deel van de erfenis Een ander woord voor de “nalatenschap” van de overledene. Zoals de naam het al doet vermoeden is dit alles wat de overledene nalaat: de activa (vorderingen, aandelen, goederen …), maar ook passiva (schulden). dat iemand moet voorbehouden voor zijn kinderen niet meer naargelang het aantal kinderen. Je beschikt nu steeds over de helft van je vermogen. De andere helft blijft altijd voorbehouden voor je kinderen, ongeacht hoeveel kinderen er zijn.
De individuele reserve per kind, dus het deel waarop elk kind minimaal recht heeft, varieert natuurlijk wel naargelang het aantal kinderen er zijn. Is er één kind, dan heeft hij minimaal recht op de helft van de nalatenschap. Zijn er twee kinderen, dan hebben ze elk minimaal recht op één vierde. Drie kinderen hebben elk minimaal recht op één zesde. Bij vier kinderen zal de reserve één achtste bedragen, enzovoort.

De langstlevende huwelijkspartner
Welk deel is voorbehouden voor je huwelijkspartner?
Langstlevende huwelijkspartners genieten in ons recht een bijzondere bescherming. Ze komen niet alleen in aanmerking om te erven, maar ze hebben ook recht op een beschermd minimaal erfdeel (de reserve). Een huwelijkspartner kan dus in principe niet onterfd worden. Een uitzondering op die regel geldt wel voor:
- (ex)-partners die zich in een echtscheidingsprocedure bevinden;
- (ex)-partners die al zes maanden afzonderlijk leven op voorwaarde dat ze aan bepaalde voorwaarden voldoen.

Twee soorten 'reserves'
Het vruchtgebruik Het recht om een andermans goed te gebruiken en de vruchten daarvan te innen alsof men zelf de eigenaar was, met de verplichting ervoor te zorgen zodat het goed zelf in stand blijft. Een vruchtgebruiker kan dus in een onroerend wonen, maar kan evengoed dit onroerend goed verhuren en genieten van de huurinkomsten. Ander voorbeeld: De vruchtgebruiker van een kapitaal zal geen eigenaar zijn van het kapitaal, maar zal wel recht hebben op de interesten. op de helft van alle goederen van de nalatenschap = ABSTRACTE RESERVE
OF
- Het vruchtgebruik op de gezinswoning De gezinswoning is de gezamenlijke hoofdverblijfplaats waar partners met hun gezin normaal leven. Ze hebben er hun ‘voornaamste belangen’. Gehuwden moeten alle beslissingen over hun gezinswoning samen nemen, ook al is maar 1 van hen eigenaar van de woning of staat er maar 1 naam op de huurovereenkomst. Dat is de bescherming van de gezinswoning. Dezelfde bescherming geldt bij wettelijk samenwonenden. en de huisraad = CONCRETE RESERVE
De langstlevende kiest zelf welke reserve hij opeist. Beide reserves zijn een minimum.
Stel, de langstlevende kiest voor de concrete reserve. Is het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad meer dan de helft van het vruchtgebruik van de nalatenschap? Overstijgt de concrete reserve met andere woorden de abstracte reserve? Dan is dat geen enkel probleem. De langstlevende echtgenoot krijgt toch het vruchtgebruik op de gehele woning.
En wat als het omgekeerde gebeurt? Stel dat de concrete reserve minder waard is dan de helft in vruchtgebruik van de nalatenschap. Dan mag de langstlevende zijn reserve aanvullen via vruchtgebruik op andere goederen uit de nalatenschap, tot de grens van de abstracte reserve is bereikt.