Reglementen en wetgeving
De Ventôsewet vormt de basiswetgeving voor het notariaat. De Nationale Kamer van notarissen heeft daarbij een reglementerende opdracht die geleid heeft tot een aantal reglementen over specifieke aspecten van het notarisberoep.

De Ventôsewet
Het beroep van de
notaris
De notaris is zowel een openbare ambtenaar die bevoegd is om authentieke akten te verlijden, te bewaren en er afschriften van te verstrekken, als een juridische raadgever. De notaris komt tussen in heel wat domeinen: huwelijken, echtscheidingen, de koop van een onroerend goed, een erfenis na overlijden,…
De notaris wordt benoemd door de Koning.
De partijen kiezen vrij hun eigen notaris.
is geregeld in de wet van 25 Ventôse Jaar XI op het notarisambt. 25 Ventôse Jaar XI stemt overeen met 16 maart 1803. De wet van 25 Ventôse van het jaar XI werd oorspronkelijk in het Frans en in het Nederlands bekendgemaakt in het nummer 258 van het 'Bulletin der wetten van de Fransche Republiek'. De authentieke Nederlandse tekst werd vastgesteld bij wet van 9 april 1980. Je kan hieronder de wetgeving downloaden.
Deontologie
Het notariaat hecht het grootste belang aan de deontologie. De notaris dient zich te onthouden van elk gedrag dat afbreuk doet aan het vertrouwen van de burger in de notariële instelling of dat strijdig is met de waardigheid van het notariaat. Een heel aantal deontologische regels werden dan ook reglementair vastgelegd.
Boekhouding
Een notaris beheert binnen zijn opdracht een belangrijk bedrag aan derdengelden. Hij is aan strenge regels onderworpen m.b.t. het voeren van zijn boekhouding, volgens een specifiek en uniform rekeningenstelsel. Ook het toezicht en de controle hierop, door provinciale controlecommissies bijgestaan door onafhankelijke revisoren en accountants, is zeer strikt geregeld.
Notarisvennootschappen
De Organieke wet op het notariaat laat toe dat de notaris zijn beroep in vennootschapsvorm uitoefent. Het reglement notarisvennootschappen verduidelijkt het kader hiervoor teneinde de uitoefening van het notarisambt in vennootschappen in overeenstemming te brengen met de regels van de deontologie, de boekhoudkundige en financiële verplichtingen van notarissen, en de nakoming van de verplichtingen die uit de beroepsaansprakelijkheid voor notarissen voortvloeien.
Toegang tot het beroep
De Koning benoemt de notarissen op objectieve basis. Elke kandidaat dient eerst, via een vergelijkend examen voor de Benoemingscommissies voor het notariaat, de titel van kandidaat-notaris te verwerven. Voor elke benoeming dragen de Benoemingscommissies de geschikte kandida(a)t(en) voor, na adviezen en een hoorzitting.
Een ander aspect van de toegang tot het beroep, is de drie jaar durende notariële stage, noodzakelijk om deel te nemen aan het vergelijkend examen. De regels m.b.t. de stage strekken er in de eerste plaats toe een zo goed mogelijke begeleiding aan de stagiairs en de stagemeesters te geven.
Permanente opleiding
Kwaliteitscontrole
De doelstelling van een “integrale kwaliteitszorg” staat voorop in het notariaat. Om het belang hiervan te onderstrepen werd een driejaarlijkse controle van elke kantoor in het leven geroepen.
Huishoudelijke reglementen
Zowel de Nationale kamer van notarissen als het Notarieel Fonds maakten een huishoudelijk reglement op waarin hun werking wordt vastgelegd.
Rijksarchief
Een akkoordprotocol en specifieke richtlijnen verduidelijken de verplichting/mogelijkheid voor de overdracht van de minuten, tabellen en repertoria van notariële akten aan het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën.
Overdracht notariskantoren
De overdracht van een notariskantoor gebeurt volgens strikte wettelijke en reglementaire bepalingen, die ertoe strekken de schatting van een notariskantoor en de overdracht ervan op een objectieve wijze te laten verlopen die voor elke kandidaat en overdrager dezelfde is.