Wettelijk samenwonen
Niet elk koppel kiest ervoor om te trouwen en dat hoeft ook helemaal niet. Toch kan het gebeuren dat partners graag bepaalde rechten en plichten willen regelen. Het wettelijk samenwonen is dan een interessante optie. Het zorgt voor een zeker wettelijk kader en laat de partners ook nog toe om onderling afspraken te maken.

De voorwaarden en procedure
Voorwaarden
Voor je wettelijk kan gaan samenwonen met je partner zijn er een aantal voorwaarden waar je rekening mee moet houden:
- Je kan slechts met één persoon
wettelijk samenwonen
De wettelijke samenwoning biedt een minimale bescherming aan diegenen die niet kunnen of willen trouwen.
Indien wettelijke samenwoners een betere bescherming wensen dan de wet bepaalt, dan kunnen zij een samenwoningscontract laten opstellen door de notaris.
Wettelijk samenwoners leggen een verklaring van wettelijk samenwonen af voor de ambtenaar van de burgerlijke stand.
. - Je mag niet reeds gehuwd zijn of wettelijk samenwonend zijn met een andere partner.
- Je bent meerderjarig en wilsbekwaam.
- Je gaat uit vrije wil wettelijk samenwonen, je bent hiertoe niet verplicht.
- Het mag niet gaan om een schijnwettelijke samenwoning. Dit betekent dat het doel van de wettelijke samenwoning niet het verkrijgen van verblijfsrechtelijke voordelen mag zijn.
Procedure
Om wettelijk te gaan samenwonen met je partner leg je een verklaring af bij de gemeente. Dit doe je bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De verklaring bevat de volgende gegevens:
- De datum van de verklaring;
- De (voor)naam, de geboorteplaats- en datum en de handtekening van beide partijen;
- Het gemeenschappelijk adres;
- De vermelding dat beide partijen vrijwillig instemmen om wettelijk samen te wonen;
- De verklaring dat beide partijen de artikelen 1475 tot 1479 Oud Burgerlijk Wetboek gelezen hebben.
Deze verklaring wordt vervolgens opgenomen in het bevolkingsregister.
De gevolgen van het wettelijk samenwonen
Geen pesoonlijke gevolgen
In tegenstelling tot wat geldt voor gehuwden, zijn er geen persoonlijkrechtelijke gevolgen voor wettelijk samenwonenden. Dit betekent dat er voor wettelijk samenwonenden geen verplichting bestaat tot samenwoning, getrouwheid, hulp en bijstand.
Wél gevolgen voor je vermogen
De wettelijke samenwoning brengt wel vermogensrechtelijke gevolgen met zich mee:
- De gezinswoning De gezinswoning is de gezamenlijke hoofdverblijfplaats waar partners met hun gezin normaal leven. Ze hebben er hun ‘voornaamste belangen’. Gehuwden moeten alle beslissingen over hun gezinswoning samen nemen, ook al is maar 1 van hen eigenaar van de woning of staat er maar 1 naam op de huurovereenkomst. Dat is de bescherming van de gezinswoning. Dezelfde bescherming geldt bij wettelijk samenwonenden. en de huisraad zijn beschermd. Dit betekent dat partners de gezinswoning niet kunnen verkopen of hypothekeren zonder de toestemming van de andere partner.
- Je bent als wettelijk samenwonende partner verplicht om bij te dragen in de lasten van het samenwonen. Dit doen ze naar evenredigheid van hun mogelijkheden.
- Wettelijk samenwonenden zijn allebei hoofdelijk aansprakelijk voor schulden die gemaakt zijn binnen het huishouden of voor de opvoeding van de kinderen. Dat wil zeggen: als één partner bijvoorbeeld kosten maakt voor het huishouden of voor de kinderen, dan kan ook de andere partner daarvoor aangesproken worden. Dit geldt wel enkel voor normale en redelijke uitgaven. Schulden die buitensporig zijn in verhouding tot hun gezamenlijke inkomsten, vallen hier niet onder.
De verdeling van goederen
Geen gemeenschappelijk vermogen
Bij een wettelijke samenwoning behoudt elke partner hun eigen vermogen. Dit betekent dat de goederen waarvan je kan bewijzen dat het jouw eigendom is, de inkomsten uit deze goederen en de opbrengsten uit arbeid aan jou blijven toebehoren. Er is bij een wettelijke samenwoning geen sprake van een "gemeenschappelijk" vermogen.
Wat met goederen waarvan je niet kan bewijzen dat het jouw eigen goederen zijn?
Goederen waarvoor niet kan bewezen worden dat ze exclusief aan één van de twee partners toekomen, worden geacht in onverdeeldheid Een goed bevindt zich in onverdeeldheid als verschillende mensen eenzelfde recht op het goed hebben, zonder dat het goed materieel verdeeld wordt. Er is sprake van mede-eigendom tussen de mede-eigenaars. Mede-eigendom kan vrijwillig, toevallig of verplicht door de wet zijn (bijvoorbeeld de gemeenschappelijke delen van een appartement). Het typevoorbeeld van toevallige mede-eigendom is het openvallen van een nalatenschap. Iedere erfgenaam heeft recht op een deel van de nalatenschap, zonder dat het deeltje op voorhand bepaald is. Tot de onverdeeldheid verdeeld is, kan geen enkele mede-eigenaar claimen dat een deel van de zaak hem exclusief toebehoort. toe te behoren aan beide partners. Dit heet het wettelijk vermoeden van onverdeeldheid.