Apart gaan wonen zonder te scheiden
Soms kiezen huwelijkspartners ervoor om apart te gaan wonen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer het huwelijk onder druk staat en de huwelijkspartners tijd en ruimte nodig hebben om na te denken over hun toekomst. Het is belangrijk op te merken dat de wet geen rekening houdt met deze feitelijke toestand, behalve voor de personenbelasting. Het huwelijk blijft dus gewoon verder bestaan, wat een aantal belangrijke gevolgen met zich mee brengt.

Je blijft erfgenaam van elkaar!
Zolang jullie getrouwd blijven, zijn jij en je huwelijkspartner erfgenamen van elkaar. Om de grootte van de erfenis Een ander woord voor de “nalatenschap” van de overledene. Zoals de naam het al doet vermoeden is dit alles wat de overledene nalaat: de activa (vorderingen, aandelen, goederen …), maar ook passiva (schulden). van de langstlevende erfgenaam De persoon die een erfenis door versterf of uiterste wil geheel of gedeeltelijk verkrijgt. te bepalen is het belangrijk om te weten met wie de erfenis gedeeld moet worden.
Voor je de erfenis van de overleden partner kan bepalen, moet het huwelijksvermogen vereffend en verdeeld worden. In dit huwelijksvermogen zit namelijk niet alleen het eigen vermogen van de overleden partner, maar ook zijn of haar aandeel in het gemeenschappelijk vermogen.
De overleden partner heeft geen kinderen, maar wel andere familieleden
Wanneer de overledene geen kinderen heeft, maar wel nog andere erfgerechtigde familieleden (denk bv. aan de ouders, broers of zussen, ooms of tantes), dan zal de langstlevende partner de hele gemeenschap in volle eigendom krijgen. Verder erft de langstlevende partner het vruchtgebruik Het recht om een andermans goed te gebruiken en de vruchten daarvan te innen alsof men zelf de eigenaar was, met de verplichting ervoor te zorgen zodat het goed zelf in stand blijft. Een vruchtgebruiker kan dus in een onroerend wonen, maar kan evengoed dit onroerend goed verhuren en genieten van de huurinkomsten. Ander voorbeeld: De vruchtgebruiker van een kapitaal zal geen eigenaar zijn van het kapitaal, maar zal wel recht hebben op de interesten. op de eigen goederen van de overledene. De blote eigendom Eigendom van een goed waarvan het vruchtgebruik door iemand anders wordt uitgeoefend. gaat naar de andere familieleden.
De overleden partner heeft wel kinderen
Wanneer de overleden partner kinderen nalaat, zal de langstlevende partner het vruchtgebruik op de gehele
nalatenschap
Vermogen, goederen en schulden op het moment van overlijden.
erven
Bij overlijden erft de overblijvende echtgenoot altijd het vruchtgebruik van de gezinswoning met alle huisraad en meubilair.
Ongehuwd samenwonenden die louter feitelijk samenwonen erven niet van elkaar tenzij er een testament in hun voordeel werd opgemaakt.
Wettelijk samenwonenden erven automatisch van elkaar.
Dit geldt alleen voor de samenwonenden die een verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand hebben opgemaakt.
. Het maakt niet uit of deze kinderen uit een eerder huwelijk voortkomen of gemeenschappelijk zijn. Ook kinderen buiten het huwelijk of geadopteerde kinderen vallen binnen dit toepassingsgebied.
De overleden partner had geen kinderen en geen verdere familieleden
De langstlevende partner erft de volledige nalatenschap in volle eigendom.
Hoe dan ook erft de langstlevende partner steeds minimum het vruchtgebruik op de gezinswoning De gezinswoning is de gezamenlijke hoofdverblijfplaats waar partners met hun gezin normaal leven. Ze hebben er hun ‘voornaamste belangen’. Gehuwden moeten alle beslissingen over hun gezinswoning samen nemen, ook al is maar 1 van hen eigenaar van de woning of staat er maar 1 naam op de huurovereenkomst. Dat is de bescherming van de gezinswoning. Dezelfde bescherming geldt bij wettelijk samenwonenden. en de daarin aanwezige huisraad.
Wat met de gezinswoning?
Wanneer je getrouwd blijft maar toch apart gaat wonen, blijven de regels die van toepassing zijn op het huwelijk gelden. Ook met betrekking tot de gezinswoning brengt dit gevolgen met zich mee.
De gezinswoning blijft genieten van bescherming. Dit betekent dat de huwelijkspartners niet alleen de gezinswoning kunnen verkopen. De gezinswoning is de woning waar de partners (en eventueel hun kinderen) daadwerkelijk samen wonen. Een tweede verblijf kan dus niet de gezinswoning zijn. De gezinswoning is meestal de woning waar de partners gedomicilieerd staan, al hoeft dit niet zo te zijn. Denk hierbij bv. aan de situatie waarbij de echtgenoten hun domicilie hebben gevestigd op het adres waar ze hun professionele activiteiten uitoefenen.

Dringende en voorlopige maatregelen
Wat zijn dringende en voorlopige maatregelen?
Dwingende en voorlopige maatregelen zijn maatregelen die door de familierechtbank De familierechtbank is een onderdeel van de rechtbank van eerste aanleg. Deze rechtbank is in principe bevoegd voor zowat alle familiegebonden aangelegenheden. Een paar voorbeelden van zaken waarvoor de familierechtbank bevoegd is: vorderingen tussen echtgenoten en tussen wettelijke samenwoners, vorderingen betreffende het ouder gezag, vorderingen over onderhoudskuitkeringen, vorderingen betreffende het huwelijksvermogensrecht,… kunnen genomen worden zowel buiten als tijdens de echtscheidingsprocedure. Deze maatregelen kunnen slaan op de persoon zelf, het levensonderhoud en de bezittingen. De maatregelen kunnen zowel op de partners betrekking hebben als op de kinderen.
Mogelijke maatregelen die de rechter kan nemen:
- De huwelijkspartners bevelen om afzonderlijk te gaan wonen;
- Bepalen waar de kinderen moeten verblijven;
- Een verplichting opleggen om onderhoudsgeld te betalen voor de kinderen;
- ...
Het is belangrijk om te weten dat deze maatregelen voorlopig zijn. Ook kunnen de maatregelen steeds gewijzigd worden op vraag van één van de huwelijkspartners.
Wanneer vraag je dringende en voorlopige maatregelen aan?
Zoals de naam al aangeeft, gaat het om maatregelen waarbij de noodzaak om snel te handelen groot is. Dit is het geval wanneer de verstandhouding tussen de huwelijkspartners ernstig verstoord is en/of één van de huwelijkspartners zijn huwelijksplichten niet nakomt.