Hoe wordt je erfenis verdeeld?
Wanneer de overledene geen testament of huwelijkscontract heeft opgemaakt, wijst de wet de erfgenamen aan. Erven gebeurt immers niet zomaar willekeurig, maar in een welbepaalde volgorde.

De wet verdeelt erfgenamen onder in vier orden, op basis van hun bloedverwantschap met de overledene. Wie tot een hogere orde behoort, sluit automatisch de erfgenamen van een lagere orde uit. De rangorde ziet er als volgt uit:
- Alle afstammelingen van de overledene: kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, enzovoort.
- De ouders van de overledene, samen met zijn broers, zussen en hun afstammelingen.
- Alle bloedverwanten Personen die van elkaar afstammen en behoren tot een zelfde stamboom. in opgaande lijn: ouders, grootouders, overgrootouders ...
- Ooms, tantes en hun nakomelingen (zoals neven en nichten), grootooms en groottantes.
De langstlevende partner krijgt in het Belgische erfrecht een bijzondere positie. Zonder afbreuk te doen aan de bovenstaande orden, erft de langstlevende gehuwde partner het volledige vermogen in vruchtgebruik Het recht om een andermans goed te gebruiken en de vruchten daarvan te innen alsof men zelf de eigenaar was, met de verplichting ervoor te zorgen zodat het goed zelf in stand blijft. Een vruchtgebruiker kan dus in een onroerend wonen, maar kan evengoed dit onroerend goed verhuren en genieten van de huurinkomsten. Ander voorbeeld: De vruchtgebruiker van een kapitaal zal geen eigenaar zijn van het kapitaal, maar zal wel recht hebben op de interesten. . Minstens krijgt hij/zij het vruchtgebruik van de gezinswoning De gezinswoning is de gezamenlijke hoofdverblijfplaats waar partners met hun gezin normaal leven. Ze hebben er hun ‘voornaamste belangen’. Gehuwden moeten alle beslissingen over hun gezinswoning samen nemen, ook al is maar 1 van hen eigenaar van de woning of staat er maar 1 naam op de huurovereenkomst. Dat is de bescherming van de gezinswoning. Dezelfde bescherming geldt bij wettelijk samenwonenden. en de inboedel. Dit minimale recht wordt ook wel de erfrechtelijke reserve Je kan niet volledig vrij over je erfenis beslissen wat ermee zal gebeuren. Je huwelijkspartner en je kind(eren) hebben immers recht op een wettelijk vastgelegd deel, of 'reserve'. De reserve voor de kinderen bestaat uit de helft van het vermogen. Voor de langstlevende huwelijkspartner bestaat de wettelijke reserve uit het vruchtgebruik op de helft van je nalatenschap. Het is belangrijk op te merken dat de langstlevende wettelijk samenwonende partner géén reservataire erfgenaam is. genoemd.
De wettelijk samenwonende partner erft ook het vruchtgebruik van de gezinswoning en de inboedel. Bij feitelijk samenwonenden is dat niet het geval: zij hebben wettelijk gezien geen erfrecht. Ongehuwde langstlevende partners hebben dus geen erfrechtelijke reserve De reserve is het wettelijk erfdeel dat bepaalde in de wet opgesomde erfgenamen (kinderen, de langstlevende echtgeno(o)t(e), in sommige gevallen de ouders…) nooit kan ontnomen worden. .
Binnen de orde bepaalt de graad of men al dan niet erft. In rechte lijn Tussen ouders en kinderen, tussen echtgenoten en (wettelijk) samenwonenden. zijn er zoveel graden als er generaties zijn tussen de personen.
- Bv. tussen ouders en hun kinderen is er één generatie. Zij staan dus tot elkaar in de 1ste graad.
- Bv. tussen grootouders en kleinkinderen telt men twee generaties. Zij staan tot elkaar in de 2de graad.
In de zijlijn bepaalt men de graad via de gemeenschappelijke stamouders. Men telt de generaties vanaf de overledene tot de gemeenschappelijke stamouder (bv. ouder, grootouder, …) in opgaande lijn. Vanaf die stamouder daalt men vervolgens af tot aan de erfgenaam De persoon die een erfenis door versterf of uiterste wil geheel of gedeeltelijk verkrijgt. .
- Bv. een zus is een bloedverwante in de 2de graad.
- Bv. twee neven staan tot elkaar in de 4de graad. Er wordt dus geteld via ouders, respectievelijk grootouders (gemeenschappelijke stam).
Bij erfgenamen in de derde orde (de voorouders) geldt het principe van
kloving
Als een overledene geen echtgenoot of afstammelingen en geen broers en/of zussen en/of hun afstammelingen nalaat, is er sprake van kloving. In dit geval wordt de nalatenschap gesplitst in twee helften, waarvan de ene helft toekomt aan de bloedverwanten via vader en de andere helft aan de bloedverwanten via moeder.
: de
nalatenschap
Vermogen, goederen en schulden op het moment van overlijden.
wordt in twee gelijke delen gesplitst. De ene helft gaat naar de moederlijke lijn, de andere naar de vaderlijke lijn. Binnen elke lijn
erven
Bij overlijden erft de overblijvende echtgenoot altijd het vruchtgebruik van de gezinswoning met alle huisraad en meubilair.
Ongehuwd samenwonenden die louter feitelijk samenwonen erven niet van elkaar tenzij er een testament in hun voordeel werd opgemaakt.
Wettelijk samenwonenden erven automatisch van elkaar.
Dit geldt alleen voor de samenwonenden die een verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand hebben opgemaakt.
de voorouders die het dichtst in graad staan.
In België wordt er geërfd tot en met de vierde graad binnen de vierde orde. Zijn er geen erfgenamen binnen die graad, dan vervalt de nalatenschap aan de Belgische Staat.
Kies wie een stuk van jouw vermogen krijgt
De wet bepaalt wie van je erft, maar dat betekent niet dat jij niets kan regelen. Met een testament Met een testament kan een persoon bij leven bepalen wat er na zijn overlijden met zijn goederen zal gebeuren. Bovendien kan een testament de rechten van bepaalde erfgenamen uitbreiden (bijvoorbeeld méér dan het vruchtgebruik van de gezinswoning toekennen aan de wettelijke samenwonende) of beperken (bijvoorbeeld de wettelijke reserve van de ouders afschaffen). Een testament is steeds herroepbaar. kan je, binnen de grenzen van wat wettelijk kan, kiezen om bepaalde mensen of zelfs organisaties iets na te laten. Wil je graag meer informatie? Neem contact op met een notariskantoor.