Invloed van een schenking op het erfrecht
Schenken en erven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wanneer iemand beslist om een deel van zijn vermogen bij leven te schenken, betekent dat dat die persoon “beschikt” over een deel van zijn vermogen. Dat geldt ook wanneer iemand beslist om een testament op te stellen. Een schenking heeft dus een rechtstreekse invloed op het vermogen van een persoon.

De gelijkheid van de kinderen bewaren: de inbreng
Voor een ouder die wil schenken aan een kind, is het van belang te weten wat precies de invloed is van de
schenking
Overeenkomst waarbij de schenker, tijdens zijn leven, onherroepelijk enig goed (of geldbedrag) afstaat uit vrijgevigheid aan de begiftigde die het aanneemt.
Schenkingen tussen ongehuwde partners zijn belangrijk vermits zij niet van elkaar kunnen erven. Schenken en erven zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar: hoe meer geschonken wordt bij leven, hoe kleiner de totale nalatenschap en hoe lager de erfbelasting. De schenking is dus een belangrijk instrument bij successieplanning.
op het (toekomstig) erfdeel van dat kind. De wetgever gaat ervan uit dat ouders, in principe, niet de bedoeling hebben om één kind ten opzichte van de andere kinderen te bevoordelen. Daarom wordt een schenking aan een kind vermoed een “schenking op voorschot” van de
erfenis
Een ander woord voor de “nalatenschap” van de overledene. Zoals de naam het al doet vermoeden is dit alles wat de overledene nalaat: de activa (vorderingen, aandelen, goederen …), maar ook passiva (schulden).
te zijn. Bij het openvallen van de
nalatenschap
Vermogen, goederen en schulden op het moment van overlijden.
, dus bij het overlijden van de ouder-schenker, zal het kind de waarde van de schenking moeten “inbrengen” in de nalatenschap. De schenking is dan, zoals de naam het al laat vermoeden, slechts een voorschot op hun erfenis.
Een extraatje geven aan een kind? De schenking buiten erfdeel
Schenken buiten erfdeel betekent dat de schenking niet toegerekend zal worden op het erfdeel van, zoals in bovenstaand voorbeeld, het kind. Het is werkelijk een ‘extraatje’ dat het kind bij leven ontvangt, naast zijn latere erfenis. Opgelet, er zijn grenzen: iedere ouder mag zo’n schenkingen doen ter waarde van een bepaald beschikbaar deel. Je kan dus ‘buiten erfdeel’ schenken aan een kind, maar je mag daarbij een welbepaald deel niet overschrijden. Het beschikbaar deel bedraagt de helft van de nalatenschap, ongeacht het aantal kinderen dat je hebt. Bij een schenking ‘op voorschot’ (zoals hierboven), geldt die regel niet omdat die schenkingen hoe dan ook terug worden verrekend om de gelijkheid tussen de kinderen te bewaren.
Schenk je méér dan wat het beschikbaar deel toelaat, dan zullen de broers/zussen van het begiftigde kind kunnen vragen dat het te veel geschonken deel wordt verrekend bij het overlijden van de ouder-schenker . Dat doen ze via een zogenaamde ‘vordering tot inkorting Ieder vermogen bestaat uit een beschikbaar deel en een onbeschikbaar deel (de reserve). Men kan schenken of nalaten via testament ten belope van het beschikbaar deel. De reserve mag niet aangetast worden, ze wordt voorbehouden aan de kinderen (of soms de ouders). Tast een gift of een schenking toch de reserve aan, dan moet inkorting plaatsvinden. De schenking wordt gekortwiekt ten belope van het deel dat het beschikbaar deel van de erfenis overtreft. ’. Dat geldt trouwens niet alleen voor schenkingen, maar ook voor legaten die een ouder via een testament Met een testament kan een persoon bij leven bepalen wat er na zijn overlijden met zijn goederen zal gebeuren. Bovendien kan een testament de rechten van bepaalde erfgenamen uitbreiden (bijvoorbeeld méér dan het vruchtgebruik van de gezinswoning toekennen aan de wettelijke samenwonende) of beperken (bijvoorbeeld de wettelijke reserve van de ouders afschaffen). Een testament is steeds herroepbaar. nalaat.
Te veel geschonken: de inkorting
Wat gebeurt er indien een ouder beslist om géén rekening te houden met de reserve De reserve is het wettelijk erfdeel dat bepaalde in de wet opgesomde erfgenamen (kinderen, de langstlevende echtgeno(o)t(e), in sommige gevallen de ouders…) nooit kan ontnomen worden. van zijn kind? Dan kan het kind zich verzetten tegen de schenking die hem benadeelt, en zijn reserve (of zijn minimum erfdeel) opeisen. Dat gebeurt aan de hand van een “vordering tot inkorting”. Het kind kan dan met andere woorden vragen dat de schenking of het legaat dat zijn erfdeel aantast, verrekend wordt zodat hij zijn minimaal deel kan ontvangen. Het instellen van een vordering tot inkorting is niet verplicht. Een kind kan perfect beslissen om geen vordering tot inkorting in te stellen en de zaken te laten voor wat ze zijn.
Hoe wordt onderzocht of de reserve is aangetast?
Volstaat het om uit te rekenen hoe groot de nalatenschap van de overledene is op zijn sterfdag en daar dan de berekening van de reserve op los te laten? Nee, de wetgever heeft daar anders over beslist.
Stel: je houdt bij de berekening van de reserve alleen rekening met wat de erflater Degene die is overleden en enig bezit - geld, goederen (en mogelijke schulden) - als erfenis nalaat. bij zijn overlijden nalaat. Dan zou de wettelijke reserve snel haar betekenis en nut verliezen. Je zou dan tijdens je leven je vermogen zo goed als volledig kunnen wegschenken. Er blijft weinig of niets over. Dan zouden de kinderen weinig hebben aan hun wettelijke reserve …
De reserve wordt daarom berekend op de nalatenschap zoals die er zou uitzien als de overledene tijdens zijn leven geen schenkingen had gedaan. Daarom wordt na het overlijden de ‘ fictieve massa Het totaal van alle erfgoederen die de overledene nog achterlaat, vermeerderd met alle schenkingen “als voorschot op erfenis” die hij tijdens zijn leven deed. Bij het bepalen van de nalatenschap wordt dus rekening gehouden met eerder gedane schenkingen. Op deze manier wordt de gelijkheid tussen de erfgenamen gewaarborgd. Schenkingen buiten erfdeel worden niet opgeteld bij de nalatenschap. ’ samengesteld. Die bestaat uit de erfgoederen die nog in de nalatenschap zitten, plus alle schenkingen die de overledene tijdens zijn leven deed. Ze is dus ‘fictief’, want de weggeschonken goederen zitten niet meer in het vermogen.