Einde van de feitelijke samenwoning

Einde van de feitelijke samenwoning

Er zijn geen specifieke formaliteiten waarmee je rekening moet houden om een feitelijke samenwoning stop te zetten. Dit geldt zowel bij het einde van de feitelijke samenwoning als gevolg van een relatiebreuk, als van het overlijden van één van de echtgenoten. 

Omdat de wet niets regelt in geval van het overlijden van één van de partners, zullen feitelijk samenwonende partners terugvallen op eventuele regelingen die ze zelf hebben getroffen bij leven. Indien ze dit niet gedaan hebben, zal het gewone erfrecht op hen van toepassing zijn. 

Hoe kan ik mijn feitelijke samenwonende partner beschermen bij overlijden? 

Je kan je feitelijk samenwonende partner op verschillende manieren beschermen tegen het overlijden van één van de partners, waaronder:

  • Een aanwasbeding is een contractuele afspraak waarbij het aandeel van de eerststervende in een gezamenlijk onroerend goed automatisch overgaat naar de langstlevende mede-eigenaar. Het aanwasbeding kan enkel worden gebruikt indien de samenwonenden partners allebei, elk voor de helft, mede-eigenaar zijn van een woning. 

  • Ook het testament biedt mogelijkheden om je feitelijk samenwonende partner te beschermen. Je kan je testament zelf opstellen of het laten opstellen met behulp van een notaris . De notaris kan je als juridisch adviseur bijstaan om ervoor te zorgen dat je testament in overeenstemming is met de wet. 

Welke erfbelasting is van toepassing op feitelijk samenwonende partners? 

In sommige gevallen kunnen feitelijk samenwonende partners genieten van de laagste tarieven van de erfbelasting . Er rust wel een dubbele bewijslast op de langstlevende partner. 

  1. De langstlevende partner moet kunnen aantonen dat ze minstens één jaar ononderbroken met de overleden partner heeft samengewoond.
  2. De langstlevende partner moet kunnen aantonen dat er sprake was van een gemeenschappelijke huishouding. 

Een uittreksel uit het bevolkingsregister dat minstens één jaar oud is, gerekend vanaf de datum van overlijden, kan worden beschouwd als bewijs dat aan beide voorwaarden is voldaan. 

Feitelijk samenwonende partners kunnen ook genieten van de vrijstelling van de erfbelasting op de gezinswoning . Hiervoor moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn: 

  1. De feitelijk samenwonende partners hebben minstens drie jaar ononderbroken met elkaar samengewoond.  
  2. De feitelijk samenwonende partners hebben een gemeenschappelijke huishouding gevoerd.