De successierechten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Wie wordt als stiefkind beschouwd?

• Het kind van de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner van de overledene.
• Het kind van een overleden partner, op voorwaarde dat de relatie nog bestond op het moment van overlijden.
• Een persoon die niet rechtstreeks van de overledene afstamt, maar die op het moment van overlijden al minstens één jaar onafgebroken bij hem of haar woonde én tijdens die periode hoofdzakelijk de zorg en ondersteuning kreeg die normaal van ouders wordt verwacht (door de overledene, diens partner, of samen met anderen).

Wie wordt als stiefouder beschouwd?
Degene die de overledene – onder dezelfde voorwaarden als hierboven beschreven – die ouderlijke zorg en ondersteuning heeft gegeven.

Het gaat om een kind dat geadopteerd is via volle adoptie of gewone adoptie.

Bij een gewone adoptie gelden bijkomende voorwaarden. Eén van de volgende moet vervuld zijn:

• Het adoptiekind kreeg vóór de leeftijd van 21 jaar minstens drie jaar onafgebroken de ouderlijke zorg en ondersteuning van de adoptieouder, of van de adoptieouder samen met diens partner.
• Het adoptiekind is het kind van de echtgenoot van de adoptieouder.
• Op het moment van de adoptie was het kind wees van een in België overleden ouder, of stond het onder de voogdij van de openbare onderstand, een OCMW of een gelijkaardige instelling binnen de Europese Economische Ruimte.
• Het adoptiekind werd geadopteerd door iemand van wie alle afstammelingen in België reeds overleden zijn.

De echtgenoot of wettelijk samenwonende partner betaalt geen successierechten op zijn of haar nettodeel in de gezinswoning die op het moment van overlijden als gezinswoning diende.

De vrijstelling kan ook gelden voor de laatste gezamenlijke woning, zelfs als de partners bij het overlijden niet meer samenwoonden. Dit is mogelijk in geval van:

• een feitelijke scheiding, of
• een situatie van overmacht die tot aan het overlijden heeft voortgeduurd.

Let wel: de vrijstelling is niet van toepassing wanneer de wettelijk samenwonende partner:

• een bloedverwant in rechte lijn is (zoals grootouder, ouder, kind of kleinkind), of daarmee voor het tarief gelijkgesteld wordt, of
• een broer, zus, oom, tante, neef of nicht van de overledene is.

Voor samenwonenden of erfgenamen in rechte lijn (zoals kinderen, kleinkinderen, ouders of grootouders) geldt een verlaagd tarief wanneer de erfenis een deel in volle eigendom omvat van het gebouw waarin de overledene minstens vijf jaar zijn hoofdverblijfplaats had.

Dit voordeel geldt tot een maximum van 250.000 euro. Voor het deel boven dat bedrag wordt het gewone tarief toegepast.

Voor de tarieven verwijzen wij je naar de website van Belgium.be

Abattement
De echtgenoot, samenwonende partner of erfgenaam in rechte lijn hoeft geen successierechten te betalen op de eerste 15.000 euro van zijn of haar erfdeel. Deze vrijstelling geldt niet voor het deel dat een kleinkind uitsluitend als legataris erft.

Extra abattement voor kinderen jonger dan 21 jaar
Kinderen van de overledene die nog geen 21 jaar zijn, krijgen een bijkomende vrijstelling van 2.500 euro per volledig jaar dat ze jonger zijn dan 21.

Daarnaast heeft de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner recht op de helft van de totale bijkomende vrijstellingen die de gemeenschappelijke kinderen samen ontvangen.