De samenwoning beëindigen: wat gebeurt er met onze tontine?
Tontine was een vaak gebruikte techniek bij een samenwonend koppel. Daarbij werd een onroerend goed Is een terrein en alles wat zich daar vast (onroerend) op bevindt, zoals een huis, afsluitingen, verhardingen,... door beiden in onverdeeldheid Een goed bevindt zich in onverdeeldheid als verschillende mensen eenzelfde recht op het goed hebben, zonder dat het goed materieel verdeeld wordt. Er is sprake van mede-eigendom tussen de mede-eigenaars. Mede-eigendom kan vrijwillig, toevallig of verplicht door de wet zijn (bijvoorbeeld de gemeenschappelijke delen van een appartement). Het typevoorbeeld van toevallige mede-eigendom is het openvallen van een nalatenschap. Iedere erfgenaam heeft recht op een deel van de nalatenschap, zonder dat het deeltje op voorhand bepaald is. Tot de onverdeeldheid verdeeld is, kan geen enkele mede-eigenaar claimen dat een deel van de zaak hem exclusief toebehoort. gekocht. Wanneer de ene sterft kwam zijn deel toe aan de andere partner. De langstlevende werd de uiteindelijke eigenaar van het onroerend goed. Wie de langstlevende werd wist men echter niet, vandaar dat tontine een “kanscontract” is.
Op burgerlijk vlak heeft tontine als gevolg dat een samenwoner de volle eigendom kan verkrijgen van een goed. Het deel van de ene partner “wast aan” bij het deel van de andere partner. Voor wettelijke samenwoners en gehuwden betekent dit een uitbreiding van de wettelijke bescherming (echtgenoten en wettelijke samenwoners krijgen volgens de wet immers enkel het
vruchtgebruik
Het recht om een andermans goed te gebruiken en de vruchten daarvan te innen alsof men zelf de eigenaar was, met de verplichting ervoor te zorgen zodat het goed zelf in stand blijft. Een vruchtgebruiker kan dus in een onroerend wonen, maar kan evengoed dit onroerend goed verhuren en genieten van de huurinkomsten. Ander voorbeeld: De vruchtgebruiker van een kapitaal zal geen eigenaar zijn van het kapitaal, maar zal wel recht hebben op de interesten.
op de
gezinswoning
De gezinswoning is de gezamenlijke hoofdverblijfplaats waar partners met hun gezin normaal leven. Ze hebben er hun ‘voornaamste belangen’.
Gehuwden moeten alle beslissingen over hun gezinswoning samen nemen, ook al is maar 1 van hen eigenaar van de woning of staat er maar 1 naam op de huurovereenkomst. Dat is de bescherming van de gezinswoning. Dezelfde bescherming geldt bij wettelijk samenwonenden.
). Op fiscaal vlak betaalt de langstlevende samenwoner geen
erfbelasting
De erfbelasting is de verzamelterm voor het vroeger gekende “successierecht” en het “recht van overgang”. Het is een belasting die je moet betalen bij het erven van een nalatenschap.
De hoogte van de erfbelasting is afhankelijk van de graad van verwantschap met de overledene. Hoe dichter de verwantschap, hoe minder erfbelastingen je moet betalen. Kinderen van de overledene betalen dus minder erfbelastingen dan de broer, zus, tante of andere familieleden.
Aangezien de erfbelasting altijd uitgedrukt wordt in een percentage, is de hoogte van de verschuldigde erfbelasting ook afhankelijk van de waarde van de erfenis.
, want het goed komt niet in de
nalatenschap
Vermogen, goederen en schulden op het moment van overlijden.
. Er dienen wel registratierechten betaald te worden. In het Vlaams gewest, is dat 10 % of 7% (indien het om de enige eigen gezinswoning van de kopers gaat) op het deel van de
erflater
Degene die is overleden en enig bezit - geld, goederen (en mogelijke schulden) - als erfenis nalaat.
, zodat deze techniek nog heel weinig wordt toegepast.
Opgelet, het tarief dat van toepassing zal zijn op het deel dat aanwast zal afhankelijk zijn van de datum van de
verkoopovereenkomst
De onderhandse overeenkomst is een overeenkomst waarbij een onroerend goed wordt verkocht en die het geheel van rechten en plichten omschrijft van de verkoper en de koper. De verkoopsovereenkomst (compromis) komt tot stand wanneer de koper en verkoper het eens zijn over het voorwerp en de prijs van een overeenkomst.
. Indien destijds vóór 1 juni 2018 10% betaalt werd op de aankoop van de gezinswoning, dan zal er ook 10% verschuldigd zijn bij wanneer de overlevende partner het deel verkrijgt. Welk tarief er bij de verkoopovereenkomst werd betaald is dus doorslaggevend.
Het is dus van groot belang dat het aanwasbeding wordt herlezen om ze eventueel te laten schrappen. De formulering is in de loop der jaren gewijzigd vooral op de manier waarop er een einde aan kan worden gemaakt. Vaak werd ze geformuleerd met een bijzonder statuut zodat men verzaakte aan het recht om op elk ogenblik uit de onverdeeldheid te treden. Naargelang de formulering zal blijken als bij feitelijke scheiding , de verzaking nog geldt zodat één van de partners de verdeling terug kan vorderen.
Wie ze toch wil behouden zal de zeker laten voorzien van de optiemogelijkheid, zodat de langstlevende ze kan toepassen maar daar niet toe verplicht is. Waarom zou men ze dan toch behouden als er 10 % registratierechten moeten worden betaald, terwijl de langstlevende samenlever niets moet betalen aan erfrechten. Voor het geval er kinderen zijn , zullen de kinderen het deel van de erflater
erven
Bij overlijden erft de overblijvende echtgenoot altijd het vruchtgebruik van de gezinswoning met alle huisraad en meubilair.
Ongehuwd samenwonenden die louter feitelijk samenwonen erven niet van elkaar tenzij er een testament in hun voordeel werd opgemaakt.
Wettelijk samenwonenden erven automatisch van elkaar.
Dit geldt alleen voor de samenwonenden die een verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand hebben opgemaakt.
in naakte eigendom, zodat de langstlevende het huis niet zomaar kan verkopen. Als de kinderen minderjarig zijn, moet de langstlevende het akkoord verkrijgen van de vrederechter om zijn huis te verkopen. In dat geval kan hij nog eisen dat het deel van de kinderen wordt vastgezet tot ze meerderjarig zijn. Om deze reden zou de langstlevende kunnen verkiezen om het deel van zijn overleden partner helemaal te verkrijgen, mits de betaling van de registratierechten.
En als we beslissen om te trouwen, is het beding dan nog nuttig?
Is er sprake van een
huwelijk
Een wettelijk geregelde levensgemeenschap van twee personen (ongeacht het geslacht) met o.a. gevolgen voor de onderhoudsplicht, rechtshandelingen en nalatenschap.
Het huwelijk wordt afgesloten voor de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Getrouwde koppels zijn verplicht elkaar te helpen en elkaar het nodige te verschaffen.
? Dan kan een tontinebeding fiscaal oninteressant worden. Tontinebedingen beschermen immers feitelijke samenwoners op fiscaal vlak, maar niet zozeer de wettelijke samenwoners en echtgenoten. Deze genieten sinds 2007 immers van een ruime bescherming, die zich vertaalt in een lage
erfbelasting
De erfbelasting is de verzamelterm voor het vroeger gekende “successierecht” en het “recht van overgang”. Het is een belasting die je moet betalen bij het erven van een nalatenschap.
De hoogte van de erfbelasting is afhankelijk van de graad van verwantschap met de overledene. Hoe dichter de verwantschap, hoe minder erfbelastingen je moet betalen. Kinderen van de overledene betalen dus minder erfbelastingen dan de broer, zus, tante of andere familieleden.
Aangezien de erfbelasting altijd uitgedrukt wordt in een percentage, is de hoogte van de verschuldigde erfbelasting ook afhankelijk van de waarde van de erfenis.
én een vrijstelling van erfbelasting voor de gezinswoning. Bij tontine moet echter wel nog steeds een
registratiebelasting
Een registratiebelasting is een belasting die moet betaald worden bij het registreren van een akte of een geschrift. Het begrip ‘registratiebelasting’ is in Vlaanderen een overkoepelend begrip en omvat 4 soorten registratiebelasting:
het verkooprecht;
de schenkbelasting;
het verdeelrecht;
en het recht op hypotheekvestiging.
betaald worden, en dit valt meestal duurder uit. Ondanks dit fiscaal gegeven kan tontine op burgerlijk vlak wel een grotere zekerheid geven: tontine geeft de langstlevende immers de volle eigendom, en niet enkel het vruchtgebruik. In die zin heeft een tontinebeding ook gevolgen voor de erfgenamen van de overledene!
Vaak is een bezoek aan de
notaris
De notaris is zowel een openbare ambtenaar die bevoegd is om authentieke akten te verlijden, te bewaren en er afschriften van te verstrekken, als een juridische raadgever. De notaris komt tussen in heel wat domeinen: huwelijken, echtscheidingen, de koop van een onroerend goed, een erfenis na overlijden,…
De notaris wordt benoemd door de Koning.
De partijen kiezen vrij hun eigen notaris.
nuttig bij overeenkomsten met oudere tontinebedingen. Doorheen de jaren heeft het tontine beding immers een “upgrade” gekend. Meestal gebruiken notarissen vandaag een optioneel tontinebeding. De voordelen blijven: echtgenoten kunnen elkaar nog steeds bevoordelen door de volle eigendom aan elkaar toe te laten komen, maar de langstlevende kan ook kiezen om af te zien van de tontine als dit hem of haar beter uitkomt, om welke reden ook.
Een tontinebeding biedt vandaag nog steeds een grote zekerheid. Het kan immers, in tegenstelling tot een testament Met een testament kan een persoon bij leven bepalen wat er na zijn overlijden met zijn goederen zal gebeuren. Bovendien kan een testament de rechten van bepaalde erfgenamen uitbreiden (bijvoorbeeld méér dan het vruchtgebruik van de gezinswoning toekennen aan de wettelijke samenwonende) of beperken (bijvoorbeeld de wettelijke reserve van de ouders afschaffen). Een testament is steeds herroepbaar. , niet eenzijdig beëindigd worden. Bovendien krijgt de langstlevende de volle eigendom, en niet enkel het vruchtgebruik. Maar voor wettelijke samenwoners en echtgenoten is het beter om naar de notaris te stappen om het tontinebeding om te zetten in een optioneel beding. Op deze manier kan de langstlevende bij overlijden van zijn of haar partner zelf berekenen wat hem of haar fiscaal het voordeligste uitkomt.