Mijn moeder heeft het vruchtgebruik geërfd over de nalatenschap van mijn vader. Ik erf als kind slechts de blote eigendom, maar ik zou toch willen overgaan tot de verkoop van bepaalde goederen. Kan dat?
Dit bericht is geschreven op 25/03/2016, in functie van de regelgeving die op dat moment gold. Informeer je altijd bij een notariskantoor om specifieke informatie en advies te krijgen dat bij je situatie past.
Wanneer een persoon sterft, erft de langstlevende echtgeno(o)t(e) het
vruchtgebruik
Het recht om een andermans goed te gebruiken en de vruchten daarvan te innen alsof men zelf de eigenaar was, met de verplichting ervoor te zorgen zodat het goed zelf in stand blijft. Een vruchtgebruiker kan dus in een onroerend wonen, maar kan evengoed dit onroerend goed verhuren en genieten van de huurinkomsten. Ander voorbeeld: De vruchtgebruiker van een kapitaal zal geen eigenaar zijn van het kapitaal, maar zal wel recht hebben op de interesten.
van de hele
nalatenschap
Vermogen, goederen en schulden op het moment van overlijden.
. De kinderen krijgen dan slechts de
blote eigendom
Eigendom van een goed waarvan het vruchtgebruik door iemand anders wordt uitgeoefend.
. De volle eigendom wordt als het ware gesplitst. Zo krijgen de kinderen bijvoorbeeld de blote eigendom van de
gezinswoning
De gezinswoning is de gezamenlijke hoofdverblijfplaats waar partners met hun gezin normaal leven. Ze hebben er hun ‘voornaamste belangen’.
Gehuwden moeten alle beslissingen over hun gezinswoning samen nemen, ook al is maar 1 van hen eigenaar van de woning of staat er maar 1 naam op de huurovereenkomst. Dat is de bescherming van de gezinswoning. Dezelfde bescherming geldt bij wettelijk samenwonenden.
, maar mag de echtgeno(o)te er in blijven wonen. Ze mag de woning ook verhuren en de huuropbrengsten ontvangen.
Zowel de blote eigenaars (de kinderen) als de vruchtgebruiker (de langstlevende echtgenote) zijn beperkt in hun eigendomsrecht; Ze kunnen niet zomaar overgaan tot de verkoop van de geërfde goederen. Enkel wanneer de langstlevende echtgenote op haar beurt overlijdt, worden de kinderen “volle” eigenaar. Slechts dan mogen ze in principe de woning verkopen.
Vóór het overlijden van de langstlevende bevinden de partijen zich bijgevolg in een situatie waarbij ze onderling afhankelijk zijn van elkaar, wat het beheer en het beschikken van de nagelaten goederen betreft. Dit geeft vaak aanleidingen tot spanningen en onduidelijkheden.
Om tegemoet te komen aan deze praktische problemen heeft de wetgever de “omzetting van het vruchtgebruik” ingevoerd. Indien er geen andere erfgenamen zijn dan de kinderen, kan de omzetting van het vruchtgebruik te allen tijde gevraagd worden door de langstlevende echtgenote of de kinderen.