Een handelspand huren

Wat is handelshuur?

Onder de handelshuurwet valt de huur van onroerende goederen of gedeelten ervan die in de loop van de huurperiode door de huurder of door een onderhuurder in hoofdzaak gebruikt worden voor het drijven van een handel. De handels- of ambachtelijke bedrijvigheid moet de voornaamste functie zijn. Uiteraard is dit vaak een feitenkwestie.

Zowel mondelinge als schriftelijke overeenkomsten kunnen onder toepassing van de handelshuurwet vallen.

winkel kleren

Om bewijsproblemen of discussies te vermijden, is het aangeraden om een schriftelijke overeenkomst op te stellen wanneer een huurder het handelspand betrekt. In die overeenkomst vermelden de partijen duidelijk en ondubbelzinnig de handelsbestemming van het onroerend goed . Is er geen vermelding (bv. wanneer de overeenkomst mondeling werd gesloten)? Dan mag de huurder zich beroepen op alle rechtsmiddelen om te bewijzen dat het wel degelijk om een handelshuurovereenkomst gaat.

Wil de huurder een handelsactiviteit starten in het pand tijdens zijn huurperiode? Dan is de uitdrukkelijke toestemming van de verhuurder noodzakelijk. Vraagt de huurder die toestemming niet, dan kan de verhuurder de huurverbreking vorderen.

  • De duur bedraagt minimum 9 jaar; korter mag niet (voor pop-up winkels bestaan wel specifieke regels).

    Langer mag wel. In dat geval zal de overeenkomst bij notariële akte moeten opgemaakt worden en worden overgeschreven op het bevoegd Kantoor Rechtszekerheid . Een uitzondering op dit principe is de onderhuur, die mag immers nooit langer zijn dan de hoofdhuur.

  • Bij het verstrijken van elke driejarige periode hebben de partijen het recht aan de vrederechter een herziening van de huurprijs te vragen. Zij moeten  bewijzen dat de normale huurwaarde van het gehuurde goed door nieuwe omstandigheden ten minste 15% hoger of lager is dan de huurprijs die in de huurovereenkomst is bepaald of bij de laatste herziening is vastgesteld.

    De ‘nieuwe omstandigheden’ moeten onafhankelijk zijn van de wil van de huurder of verhuurder. Denk hierbij maar aan de verhoging van de huurprijs door herstellingen van de eigendom, de wijziging van de waarde van de eigendom, de wijziging van de handelswaarde in de omgeving… De nieuwe omstandigheden moeten ook hun invloed hebben op de ganse driejarige periode.
    Bv.: een gevraagde huurverlaging met als argument dat belangrijke werken aan de straat werden uitgevoerd, kan niet. Tenzij de huurder zou bewijzen dat die werken zich over de ganse duur van de driejarige periode uitstrekken.

    Als basis voor de berekening geldt niet de contractueel overeengekomen basishuurprijs, maar wel de volgens de index aangepaste huurprijs.

    De herziening moet worden aangevraagd in de drie maanden voor het einde van de lopende driejarige periode, bij gerechtsdeurwaardersexploot binnen de 30 dagen van het proces-verbaal van niet- verzoening voor de bevoegde vrederechter.

    Afwijkende clausules zijn toelaatbaar, voor zover zij het recht op herziening niet ontnemen aan één of beide partijen.

  • De huurder heeft het recht om het gehuurde goed geschikt te maken voor zijn bedrijf. Hij mag dus al nuttige werken uitvoeren. Het moet niet noodzakelijk gaan over ‘noodzakelijke werken’. Voorwaarde is wel dat die werken de veiligheid, stabiliteit en esthetische waarde van het gebouw niet in het gedrang brengen.

    De kosten voor de verbouwingen mogen maximum 3 jaar huur bedragen. De huurder kan met de verhuurder wel afspreken hiervan af te wijken opdat men toch meer zou kunnen investeren.

    Uiteraard moet de verhuurder weet hebben van die verbouwingswerken. Een voorafgaande kennisgeving aan de verhuurder is dus verplicht: per aangetekende brief of deurwaardersexploot, samen met de bestekken en plannen.

    Binnen 30 dagen na de datum van ontvangst via de post moet de verhuurder antwoorden. Reageert hij niet, dan wordt hij vermoed in te stemmen.

    Verzet de verhuurder zich tegen de voorgenomen werken (per aangetekende brief of deurwaardersexploot)? Dan moet de huurder hem binnen 30 dagen na datum van ontvangst via de post dagvaarden voor de vrederechter. Die neemt op zijn beurt een beslissing.

  • In tegenstelling met het gemeen recht waar huuroverdracht of onderverhuur door een geschreven verbodsbepaling kunnen verhinderd worden, is huuroverdracht of onderverhuur in de handelshuurwetgeving in bepaalde gevallen wel mogelijk, ondanks een eventueel geschreven verbodsbepaling.

    Hieronder wordt enerzijds de situatie toegelicht waar er sprake is van een verbodsbepaling en anderzijds waar er geen sprake is van een verbodsbepaling.

    Voorwaarden om te mogen overgaan tot een huuroverdracht of een onderhuur: 

    • de huuroverdracht of onderverhuur moet samengaan met de overdracht of de onderverhuring van het handelsfonds;
    • de huuroverdracht of onderverhuring moet op de gezamenlijke rechten van de huurder slaan.

    Indien die voorwaarden beiden vervuld zijn, dan geldt de verbodsbepaling niet. De huurder zal dan de handelshuur mogen overdragen of onderverhuren.

    De registratie van de contracten van huuroverdracht of onderverhuur is essentieel opdat ze aan derden tegenstelbaar zouden zijn.

    Altijd samen met de overdracht of de onderverhuring van het handelsfonds.
    Het basisidee bij handelshuurovereenkomsten is dat de persoon die de handelshuur overneemt, of de onderhuurder, ook het handelsfonds moet overnemen of (onder)huren.

    Voorbeeld 1: A is eigenaar en verhuurt aan B, die eigenaar is van het handelsfonds. B draagt zijn handelshuur over aan C; welnu B moet dan ook aan C zijn handelsfonds overdragen of onderverhuren.

    Voorbeeld 2: A is eigenaar en verhuurt aan B die zelf het handelsfonds huurt van X. B onderverhuurt het gebouw aan C en moet dus ook aan C zijn handelsfonds over dragen of onderverhuren.

    Voorbeeld 3: A is eigenaar en verhuurt aan B, die eigenaar is van het handelsfonds. B wil zijn handelsfonds overdragen aan Z en zijn handelshuur aan C. Dat is niet toegestaan: de verbodsclausule is wél toepasselijk omdat Z en C verschillende personen zijn, met andere woorden: B mag niet onderverhuren.

    Opgelet: een gedeeltelijke afstand (bv. van slechts enkele lokalen in het huis) is niet mogelijk. De bestaande handelsbedrijvigheid moet voortgezet worden. Wanneer de verhuurder, zijn afstammelingen of ascendenten een gedeelte van het goed bewonen, blijft de verbodsclausule van kracht.

    De verhuurder inlichten
    De huurder moet de verhuurder vooraf, inlichten op basis van een hem voor te leggen ontwerp van overeenkomst. De verhuurder heeft immers de mogelijkheid om zich tegen de huuroverdracht of onderverhuur te verzetten.

    Wat zijn de gevolgen?

    Bij huuroverdracht: de overnemer wordt rechtstreeks huurder van de verhuurder. Hij is samen met de overlater of hoofdhuurder hoofdelijk aansprakelijk ten opzichte van de verhuurder (onder voorbehoud van contractuele afwijkingen).

    Bij onderverhuring: de onderhuurder wordt slechts in twee gevallen rechtstreeks huurder van de verhuurder, namelijk:

    • wanneer die onderhuur samengaat met de overdracht van de handelszaak;
    • indien de hoofdhuur door verantwoordelijkheid, op initiatief of met instemming van de hoofdhuurder, eindigt voor het einde van de huurtijd (dat is de situatie waar oorspronkelijk de hoofdhuurder het goed in onderhuur heeft gegeven samen met de verhuring van de handelszaak).

    Verkoop van het gehuurde goed
    We onderscheiden twee situaties: naargelang het huurcontract wel of niet voorziet in een clausule die de verkrijger toelaat een einde te maken aan de huurovereenkomst bij vervreemding (bv. een verkoop of een schenking ).

  • We onderscheiden twee situaties: naargelang het huurcontract wel of niet voorziet in een clausule die de verkrijger toelaat een einde te maken aan de huurovereenkomst bij vervreemding (bv. een verkoop of een schenking).

    1) Er bestaat een beding

    Het contract heeft een vaste datum vóór de verkoop/schenking: de verkrijger moet de nog lopende duur van de handelshuur eerbiedigen.

    Het contract heeft geen vaste datum vóór de verkoop/schenking en de notariële akte voorziet niet in de verplichting voor de verkrijger om het huurcontract na te leven:

    de huurder betrekt het goed minder dan 6 maanden? Dan kan hij uitgezet worden;

    de huurder betrekt het goed al minstens 6 maanden: de nieuwe eigenaar kan binnen 3 maanden na de verkrijging een opzeggingstermijn van 1 jaar geven aan de huurder, maar hij moet wel een reden opgeven. Redenen kunnen zijn:  

    • persoonlijk gebruik;
    • andere bestemming die elke handelsonderneming uitsluit;
    • wederopbouw waarvan de kostprijs minstens 3 jaar huur bedraagt en grove tekortkomingen van de huurder.


    2) Er bestaat geen beding

    De nieuwe eigenaar moet een opzeg van 1 jaar geven binnen de 3 maanden na de verkrijging van het goed.

  • Zowel de huurder als de verhuurder hebben het recht om de huurovereenkomst te ‘hernieuwen’. Ze moet dan wel dezelfde handel drijven. Het mag niet gaan om een ‘gelijkaardige’ handel. Wil de huurder zijn handelsactiviteit veranderen zonder voorafgaande toelating van de verhuurder, dan heeft de huurder geen recht op hernieuwing. 

    Duur van de huurhernieuwing

    • telkens 9 jaar (afwijkingen zijn mogelijk);
    • maximaal 3 hernieuwingen. Een periode is gelijk aan minimum 9 jaar (geen maximum).

    Na drie verstreken hernieuwingen kan de verhuurder de huurder verplichten het pand te ontruimen. Laat de verhuurder de huurder in het goed, dan wordt dat beschouwd als een bezetting zonder geschreven overeenkomst, een mondelinge huur die door het gemeen recht wordt beheerst. Dat wil zeggen dat er een opzegging is volgens plaatselijke gewoonten, wat betekent dat er geen uitzettingsvergoeding is voor de huurder en geen motivatie nodig is voor de opzegging voor de verhuurder.

    Termijn

    Wanneer kunnen partijen een huurhernieuwing vragen? Ten vroegste 18 maanden en uiterlijk 15 maanden voor het einde van de huur.

    Enkele opmerkingen hierbij:

    Indien de aanvraag te vroeg wordt ingediend (bv. de 19de maand voor het einde van de huur) dan is die ongeldig; de huurder kan wel een nieuwe aanvraag binnen de wettelijke termijn indienen.

    Als de aanvraag niet binnen de termijn gebeurde, vervalt het recht op hernieuwing.

    Let op de door de wet opgesomde verplichte vermeldingen op te nemen in de aanvraag!

    Wat met de verhuurder?

    Als de huurder niet binnen de 3 maanden op de vraag van de verhuurder antwoordt, kan hij de hernieuwing niet meer beletten en zal een nieuwe huurovereenkomst van 9 jaar volgens de door de huurder voorgestelde huurprijs van kracht zijn.

    De verhuurder kan zich enkel op de wettelijke redenen baseren om de huurhernieuwing te weigeren. Hij kan ook op het aanbod van een derde ingaan of nog de hernieuwing aanvaarden, maar onder andere voorwaarden. Eventueel zullen er vergoedingen verschuldigd zijn.

  • Voor het einde van de huur wordt een onderscheid gemaakt tussen huurovereenkomsten van bepaalde en onbepaalde duur.

    Huur van bepaalde duur

    De verhuurder kan het contract beëindigen:

    • Op het einde van elke driejarige periode (derde en zesde jaar), zo dit contractueel bedongen werd, mits een opzegtermijn van 1 jaar gegeven wordt, voor persoonlijk handelsgebruik door de verhuurder of zijn familieleden;
    • Op het einde van de laatste driejarige periode, dus na 9 jaar: zie hiervoor het stuk “Huurhernieuwing”.

    De huurder kan de huur beëindigen:

    • Op het einde van de driejarige periode, mits hij een opzegtermijnvan 6 maanden respecteert;
    • Op het einde van de laatste driejarige periode, na 9 jaar, wanneer hij ofwel nagelaten heeft de huurhernieuwing aan te vragen zoals de wet het voorschrijft, ofwel wanneer zijn geldige aanvraag verworpen wordt wegens een reden die door de rechter als onverantwoord wordt beschouwd.

    De huurder en verhuurder maken samen een einde aan de huur bij authentieke akte voor de notaris of bij verklaring afgelegd voor de vrederechter.

    Huur van onbepaalde duur

    Opzegging door de verhuurder is mogelijk bij een een opzegtermijn van 18 maanden.

    Opzegging door de huurder: een opzegtermijn van 1 maand. 

    Opzegging door de verhuurder en de huurder: is te allen tijde mogelijk bij gewoon onderhands document, dat wil zeggen door het bijvoorbeeld per brief aan te kondigen.

    Er is een groot verschil tussen de opzegtermijn van de huurder en de verhuurder.
    De opzegtermijn van de huurder is niet van dwingend recht – geheel van regels waarvan niet mag worden afgeweken, zodat partijen een andere termijn kunnen afspreken.

Wat als je als huurder verbouwingswerken hebt gedaan?

Er zijn twee scenario’s mogelijk:

  • Ofwel heeft de huurder de verbouwingswerken met toestemming van de verhuurder of de rechter uitgevoerd;
  • Ofwel heeft hij de werken zonder toestemming van de verhuurder of de rechter uitgevoerd.

In het eerste geval, wanneer hij toestemming voor de werken heeft gekregen, kan de verhuurder het behoud van de verbouwingswerken eisen. Hij heeft dan de keuze: ofwel de kosten van de werken betalen, ofwel de meerwaarde. De verhuurder kan niet eisen dat het goed bij het vertrek van de huurder in zijn oorspronkelijke staat wordt hersteld.

Heeft hij geen toestemming gekregen voor de werken, dan kan de verhuurder herstel in vroegere staat eisen. Hij kan ook een eventuele schadevergoeding vragen. Indien hij de verbouwingswerken behoudt, dan is hij geen vergoeding verschuldigd.