Gehuwd of ongehuwd bij de aankoop van een woning: maakt het een verschil uit?
Dit bericht is geschreven op 30/07/2018, in functie van de regelgeving die op dat moment gold. Informeer je altijd bij een notariskantoor om specifieke informatie en advies te krijgen dat bij je situatie past.
Ongehuwd samenwonende partners, bv. partners die
wettelijk samenwonen
De wettelijke samenwoning biedt een minimale bescherming aan diegenen die niet kunnen of willen trouwen.
Indien wettelijke samenwoners een betere bescherming wensen dan de wet bepaalt, dan kunnen zij een samenwoningscontract laten opstellen door de notaris.
Wettelijk samenwoners leggen een verklaring van wettelijk samenwonen af voor de ambtenaar van de burgerlijke stand.
, hebben elk een eigen vermogen. De goederen die ze samen aankopen, bv. een woning, behoort hen in ‘
onverdeeldheid
Een goed bevindt zich in onverdeeldheid als verschillende mensen eenzelfde recht op het goed hebben, zonder dat het goed materieel verdeeld wordt. Er is sprake van mede-eigendom tussen de mede-eigenaars. Mede-eigendom kan vrijwillig, toevallig of verplicht door de wet zijn (bijvoorbeeld de gemeenschappelijke delen van een appartement).
Het typevoorbeeld van toevallige mede-eigendom is het openvallen van een nalatenschap. Iedere erfgenaam heeft recht op een deel van de nalatenschap, zonder dat het deeltje op voorhand bepaald is. Tot de onverdeeldheid verdeeld is, kan geen enkele mede-eigenaar claimen dat een deel van de zaak hem exclusief toebehoort.
’ toe. Een onverdeeldheid betekent dat het eigendomsrecht op de zaak mathematisch en abstract wordt verdeeld. Er is dan sprake van een
mede-eigendom
Bij mede-eigendom wordt het eigendomsrecht opgesplitst tussen verschillende personen. De mede-eigenaars hebben elk aanspraak op een “aandeel” in mede-eigendom. Een mede-eigendom kan op verschillende manieren tot stand komen. Er kan sprake zijn van vrijwillige mede-eigendom (bv. de aankoop van een onroerend goed met je partner) of er kan sprake zijn van een toevallige mede-eigendom (bv. een nalatenschap).
.
Bij een
huwelijk
Een wettelijk geregelde levensgemeenschap van twee personen (ongeacht het geslacht) met o.a. gevolgen voor de onderhoudsplicht, rechtshandelingen en nalatenschap.
Het huwelijk wordt afgesloten voor de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Getrouwde koppels zijn verplicht elkaar te helpen en elkaar het nodige te verschaffen.
onder het
wettelijk stelsel
Elk gehuwd paar is onderworpen aan een huwelijksvermogensstelsel. Als een koppel geen huwelijksovereenkomst sluit, zijn ze automatisch onderworpen aan het wettelijk stelsel. Het belangrijkste kenmerk van dit stelsel is dat de inkomsten van beide echtgenoten in één gemeenschap komen.
Met een huwelijksovereenkomst kunnen echtgenoten hun wettelijk stelsel “verfijnen” of kiezen voor een ander stelsel (bijvoorbeeld scheiding van goederen).
, dus zonder huwelijkscontract, ontstaan er daarentegen drie vermogens: de eigen vermogens van de huwelijkspartners én een gemeenschappelijk vermogen. Een gemeenschappelijk vermogen is iets anders dan een ‘onverdeeldheid’.
Werken met een gemeenschappelijk vermogen laat toe om bepaalde bedingen toe te passen, die de huwelijkspartners kunnen beschermen wanneer één van hen zou overlijden. Zo kunnen huwelijkspartners bepalen dat de gezinswoning De gezinswoning is de gezamenlijke hoofdverblijfplaats waar partners met hun gezin normaal leven. Ze hebben er hun ‘voornaamste belangen’. Gehuwden moeten alle beslissingen over hun gezinswoning samen nemen, ook al is maar 1 van hen eigenaar van de woning of staat er maar 1 naam op de huurovereenkomst. Dat is de bescherming van de gezinswoning. Dezelfde bescherming geldt bij wettelijk samenwonenden. in zijn geheel aan de langstlevende zal toekomen, via de werking van een keuzebeding In principe zal de langstlevende slechts de helft van de nalatenschap, waaronder ook een deel van het gemeenschappelijk vermogen, in vruchtgebruik erven. De blote eigendom gaat naar de kinderen. Men kan in een huwelijkscontract echter geldig bedingen dat het gemeenschappelijk vermogen bij ontbinding door overlijden zal toebehoren aan de langstlevende, naar keuze van deze laatste. De langstlevende kan dan zelf kiezen wat hij met dit gemeenschappelijk vermogen wenst te doen, en welke elementen hij daaruit eventueel volledig voor zich wil houden. Op die manier moet er geen keuze gemaakt worden jaren vóór het overlijden. De langstlevende kan een keuze maken op het moment van de verdeling, wanneer hij of zij beter zijn financiële noden kan inschatten. . Bij een onverdeeldheid kan dat niet. Heel vaak wensen ongehuwde en gehuwde koppels dus dat de woning later in de huwgemeenschap komt, zodat ze elkaar maximaal kunnen beschermen.
Getrouwde koppels die samen mede-eigenaar zijn van een woning (omdat de aankoop bv. vóór het huwelijk gebeurde) moeten vandaag bij de
notaris
De notaris is zowel een openbare ambtenaar die bevoegd is om authentieke akten te verlijden, te bewaren en er afschriften van te verstrekken, als een juridische raadgever. De notaris komt tussen in heel wat domeinen: huwelijken, echtscheidingen, de koop van een onroerend goed, een erfenis na overlijden,…
De notaris wordt benoemd door de Koning.
De partijen kiezen vrij hun eigen notaris.
een huwelijkscontract opstellen met oog op de
inbreng
Inbreng betekent dat het geschonken goed moet terugkeren naar de erfmassa waar het onder de erfgenamen zal verdeeld worden.
van de woning in de gemeenschap. Bij koppels die al getrouwd waren op het moment van de aankoop van de woning, zal de woning automatisch in het gemeenschappelijk vermogen vallen. Iedere gezamenlijke aankoop door de partners tijdens het huwelijk valt immers in het gemeenschappelijk vermogen. Gehuwd of ongehuwd bij de aankoop van een woning: het maakt dus wel degelijk een verschil uit.
Het nieuw huwelijksvermogensrecht dat in werking treedt op 1 september 2018 introduceert de ‘ anticipatieve inbreng Het nieuw huwelijksvermogensrecht dat in werking treedt op 1 september 2018 introduceert de ‘anticipatieve inbreng’. Partners die vóór het aangaan van een huwelijk samen een goed hebben aangekocht, kunnen - voor zover zij elk exclusief en ten belope van gelijke delen volle eigenaar zijn van de woning (50/50) - in de aankoopakte een verklaring van anticipatieve inbreng laten opnemen. Dankzij deze verklaring zal het goed, op het moment van hun huwelijk, automatisch tot het gemeenschappelijk vermogen behoren. De inbreng zal dus niet meer moeten gebeuren via een huwelijkscontract, wat in sommige gevallen bepaalde kosten kan besparen voor de koppels. ’. Partners die vóór het aangaan van een huwelijk samen een goed hebben aangekocht, kunnen - voor zover zij elk exclusief en ten belope van gelijke delen volle eigenaar zijn van de woning (50/50) - in de aankoopakte een verklaring van anticipatieve inbreng laten opnemen. Dankzij deze verklaring zal het goed, op het moment van hun huwelijk, automatisch tot het gemeenschappelijk vermogen behoren. De inbreng zal dus niet meer moeten gebeuren via een huwelijkscontract, wat in sommige gevallen bepaalde kosten kan besparen voor de koppels.
Dat de inbreng niet meer via een huwelijkscontract zal moeten gebeuren, betekent echter niet dat de koppels zichzelf automatisch een bezoek bij de notaris besparen. Heel vaak wensen koppels in een huwelijkscontract bedingen op te nemen met oog op hun vermogensrechtelijke bescherming. Hiervoor zal nog een steeds een huwelijkscontract nodig zijn. Bovendien kan de notaris aan een koppel de nodige advies geven, zodat zij hun huwelijksvermogensstelsel volledig en correct kunnen afstemmen op hun eigen noden en wensen.