9 interessante vragen over erven
Dit bericht is geschreven op 25/11/2016, in functie van de regelgeving die op dat moment gold. Informeer je altijd bij een notariskantoor om specifieke informatie en advies te krijgen dat bij je situatie past.
Ik beschouw het kind van mijn partner als mijn kind, kan ik hem laten
erven
Bij overlijden erft de overblijvende echtgenoot altijd het vruchtgebruik van de gezinswoning met alle huisraad en meubilair.
Ongehuwd samenwonenden die louter feitelijk samenwonen erven niet van elkaar tenzij er een testament in hun voordeel werd opgemaakt.
Wettelijk samenwonenden erven automatisch van elkaar.
Dit geldt alleen voor de samenwonenden die een verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand hebben opgemaakt.
?
Stiefkinderen hebben geen wettelijk erfrecht. Toch zijn er manieren om je stiefkind te laten erven. Een eerste (verregaande) manier om ze een erfrecht toe te kennen is om van je stiefkind een wettelijke
erfgenaam
De persoon die een erfenis door versterf of uiterste wil geheel of gedeeltelijk verkrijgt.
te maken door hem te adopteren. Door de
adoptie
Aannemen als wettig kind, waardoor tussen het kind en de adoptiefouders (en ev. hun bloedverwanten) familierechtelijke banden ontstaan. Bij een “volle adoptie” wordt het kind (verplicht een minderjarige) volledig gelijkgesteld met een biologisch kind, ook voor wat het erfrecht betreft. Bij een “gewone adoptie” (bij een minderjarige of meerderjarige) behoudt kind of volwassende banden met zijn oude familie. Hij kan zowel van zijn nieuwe als van zijn oude familie erven.
Zowel getrouwde als ongetrouwde koppels en koppels van een verschillend of hetzelfde geslacht kunnen kinderen adopteren. Er gelden wel voorwaarden in verband met bekwaamheid en geschiktheid.
Adoptie komt tot stand via een procedure voor de rechtbank van eerste aanleg of indien het kind minderjarig is, voor de jeugdrechtbank.
krijgt het stiefkind dezelfde rechten als de eigen kinderen.
Minder verregaand is om het stiefkind te bevoordelen via een
testament
Met een testament kan een persoon bij leven bepalen wat er na zijn overlijden met zijn goederen zal gebeuren. Bovendien kan een testament de rechten van bepaalde erfgenamen uitbreiden (bijvoorbeeld méér dan het vruchtgebruik van de gezinswoning toekennen aan de wettelijke samenwonende) of beperken (bijvoorbeeld de wettelijke reserve van de ouders afschaffen). Een testament is steeds herroepbaar.
. De enige beperking daarbij is dat de “reserve” van de eigen kinderen geëerbiedigd moet worden. Zij hebben immers recht op een beschermd deel van de
nalatenschap
Vermogen, goederen en schulden op het moment van overlijden.
. Indien een stiefkind erft, zal hij in principe dezelfde successierechten moeten betalen als de eigen kinderen. In Vlaanderen moet er bij feitelijke samenwonden wel sprake zijn van een jaar gemeenschappelijke samenwoning. In Brussel zijn de regels strenger; daar moet de stiefouder al een paar jaar het stiefkind hebben opgevoed om aan gunstige tarieven te komen.
Mijn kinderen genieten al van een zeker comfort. Kan ik rechtstreeks een deel van mijn nalatenschap nalaten aan mijn kleinkinderen?
Grootouders kunnen uiteraard kiezen om een testament op te stellen ten voordele van hun kleinkinderen of een
schenking
Overeenkomst waarbij de schenker, tijdens zijn leven, onherroepelijk enig goed (of geldbedrag) afstaat uit vrijgevigheid aan de begiftigde die het aanneemt.
Schenkingen tussen ongehuwde partners zijn belangrijk vermits zij niet van elkaar kunnen erven. Schenken en erven zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar: hoe meer geschonken wordt bij leven, hoe kleiner de totale nalatenschap en hoe lager de erfbelasting. De schenking is dus een belangrijk instrument bij successieplanning.
te doen ten voordele van hun kleinkinderen.
Bovendien kan het opnemen van kleinkinderen in een testament fiscaal voordelig zijn. De erfenis Een ander woord voor de “nalatenschap” van de overledene. Zoals de naam het al doet vermoeden is dit alles wat de overledene nalaat: de activa (vorderingen, aandelen, goederen …), maar ook passiva (schulden). wordt dan immers in verschillende “stukjes” gesplitst, waardoor er per tak finaal minder successierechten betaald moeten worden.
Na het openvallen van de nalatenschap van de grootouders, kunnen de kinderen ook zelf kiezen om hun nalatenschap te verwerpen. Daardoor treedt er “plaatsvervulling” op. De (klein)kinderen komen in de plaats van hun ouders. Hier ligt het initiatiefrecht bij de ouders (die een hele nalatenschap moeten verwerpen), niet bij de grootouders.
Eén van mijn kinderen heeft een beperking. Wat kan ik ondernemen om zeker te zijn dat hij niets tekort komt na mijn overlijden?
Er zijn verschillende mogelijkheden om het erfrecht van een zorgenkind te regelen. Een eerste toegepaste techniek is het zogenaamde
restlegaat
Is een testament waarbij twee begunstigden worden aangesteld in één testament. De eerste begunstigde erft in eerste instantie alles. Wat na zijn dood overblijft - 'de rest' - gaat niet naar zijn wettelijke erfgenamen, maar naar de tweede begunstigde die in het testament wordt aangewezen.
. Het restlegaat is een bepaling die aan een testament wordt toegevoegd waarbij dezelfde goederen door de testator opeenvolgend aan verschillend personen wordt toebedeeld. Eerst aan de eerste begunstigde, en bij overlijden van deze laatste aan een tweede begunstigde. Het is als het ware een tweetrapsprocedé. De tweede begunstigde krijgt dus slechts de rest, wat overblijft, van de eerste begunstigde. Hetzelfde systeem kan met een schenking. Dan spreken we van een “restschenking”. Zo kunnen de ouders van een kind als eerste begunstigde hun zorgenkind aanduiden en vervolgens als tweede begunstigde(n) de personen die zich over het kind hebben ontfermd.
Ouders kunnen daarnaast legateren of schenkingen doen onder last. Daarbij kan bedongen worden dat iemand bijvoorbeeld een geldsom slechts ontvangt onder last dat hij of zij voor het zorgenkind zorgt.
Een andere mogelijkheid is werken aan de hand van een stichting Een stichting wordt opgericht door één of meer (rechts)personen, maar telt op zich geen leden. Het gaat hier eigenlijk om een vermogen dat aangewend wordt om een bepaald belangenloos doel te verwezenlijken. Er mag geen winst uitgekeerd worden aan de oprichters. Een stichting heeft vaak culturele, wetenschappelijke of filantropische doeleinden. of een maatschap Een maatschap is een vennootschap met een burgerlijk of handelsdoel die geen rechtspersoonlijkheid bezit. De de goederen van vennootschap vormen bijgevolg het collectief vermogen van de vennoten. Deze zijn persoonlijk en onbeperkt aansprakelijk. In geval van faillissement zijn het de vennoten die failliet gaan, niet de maatschap zelf. Dezelfde regel geldt voor de belastingen: de maatschap wordt niet belast, wel de vennoten. Daartegenover is de maatschap een zeer flexibele vennootschapsvorm: bij de oprichting is de tussenkomst van de notaris niet vereist en er is geen wettelijk minimumkapitaal vereist. Ook de regels omtrent de boekhouding en het neerleggen van een jaarrekening zijn onbestaande. . Dit zijn eigenlijk controlestructuren die toelaten een kapitaal op maat te beheren. Wanneer de private stichting instaat voor het levensonderhoud van het kind, wordt het vermogen beheerd met het oog op het verwezenlijken van voldoende inkomsten, zodat het kind een menswaardig bestaan kan leiden. De leden van de stichting kunnen dan familieleden zijn, die het vermogen beheren. De statuten van de stichting kunnen in het voordeel van het zorgenkind opgesteld worden.
Ik kom niet overeen met mijn kinderen, kan ik alles nalaten aan mijn feitelijk samenwonende partner?
Vandaag genieten de kinderen hoe dan ook van een wettelijke reserve als het op erven aankomt. Dit betekent concreet dat je je kinderen niet kunt onterven. Je kan wel hun erfrechten herleiden tot een minimum (de wettelijke reserve) en het beschikbaar deel helemaal nalaten aan je partner. Het wettelijke reserve voor de kinderen bestaat uit de helft van de nalatenschap, ongeacht het aantal kinderen.
Ik heb geen familie, wie erft mijn goederen ?
Het erfrecht werkt met orden en graden. Concreet betekent dit dat de goederen worden verdeeld volgens een bepaalde rangschikking waarbij de kinderen in eerste orde komen. Indien iemand helemaal geen familie heeft, zal de
notaris
De notaris is zowel een openbare ambtenaar die bevoegd is om authentieke akten te verlijden, te bewaren en er afschriften van te verstrekken, als een juridische raadgever. De notaris komt tussen in heel wat domeinen: huwelijken, echtscheidingen, de koop van een onroerend goed, een erfenis na overlijden,…
De notaris wordt benoemd door de Koning.
De partijen kiezen vrij hun eigen notaris.
aanraden om te legateren aan een derde. Indien je dit niet doen, kan de Staat aanspraak maken op je erfenis.
Legateren aan een derde persoon (bijvoorbeeld een goede vriend) kan echter duur zijn want de successietarieven lopen hoog op. De notaris kan je wel aanraden om een duo-legaat op te stellen. Met een duo-legaat duid je twee begunstigden aan. De andere begunstigde, vaak een liefdadigheidsorganisatie, krijgt een deel van de nalatenschap maar verbindt zich er toe de successierechten te betalen, waardoor de ene begunstigde er netto meer aan overhoudt. Ondanks het betalen van de successierechten, erft ook de liefdadigheidsinstelling. Het is dus een win-win.
Ik wil trouwen, maar ik wil mijn kinderen uit een vorige relatie daarbij niet benadelen. Kan dat?
Mensen met kinderen uit een vorige relatie kiezen vaak voor een huwelijkscontract met de zogenaamde “Valkeniers-clausule”. Zo’n clausule kan gebruikt worden wanneer één of beide van de aanstaande echtgenoten reeds afstammelingen heeft uit een andere. Deze regeling staat bijgevolg enkel open voor gehuwden.
Met een Valkeniers-clausule kunnen de rechten van de langstlevende echtgenoot geregeld worden. Gehuwden erven immers vaak meer dan gewoon het
vruchtgebruik
Het recht om een andermans goed te gebruiken en de vruchten daarvan te innen alsof men zelf de eigenaar was, met de verplichting ervoor te zorgen zodat het goed zelf in stand blijft. Een vruchtgebruiker kan dus in een onroerend wonen, maar kan evengoed dit onroerend goed verhuren en genieten van de huurinkomsten. Ander voorbeeld: De vruchtgebruiker van een kapitaal zal geen eigenaar zijn van het kapitaal, maar zal wel recht hebben op de interesten.
op de
gezinswoning
De gezinswoning is de gezamenlijke hoofdverblijfplaats waar partners met hun gezin normaal leven. Ze hebben er hun ‘voornaamste belangen’.
Gehuwden moeten alle beslissingen over hun gezinswoning samen nemen, ook al is maar 1 van hen eigenaar van de woning of staat er maar 1 naam op de huurovereenkomst. Dat is de bescherming van de gezinswoning. Dezelfde bescherming geldt bij wettelijk samenwonenden.
. Met deze clausule kan de langstlevende verzaken aan bepaalde rechten, zoals verzaken aan het recht van vruchtgebruik van bepaalde rekeningen, verzaken om
inbreng
Inbreng betekent dat het geschonken goed moet terugkeren naar de erfmassa waar het onder de erfgenamen zal verdeeld worden.
of
inkorting
Ieder vermogen bestaat uit een beschikbaar deel en een onbeschikbaar deel (de reserve). Men kan schenken of nalaten via testament ten belope van het beschikbaar deel. De reserve mag niet aangetast worden, ze wordt voorbehouden aan de kinderen (of soms de ouders).
Tast een gift of een schenking toch de reserve aan, dan moet inkorting plaatsvinden. De schenking wordt gekortwiekt ten belope van het deel dat het beschikbaar deel van de erfenis overtreft.
te vorderen van aan de kinderen gedane schenkingen, verzaking aan erfrecht op goederen die aan de andere echtgenoot voordien geschonken werden als
voorschot op erfdeel
De schenker ziet de schenking louter als een voorschot op het erfdeel van de betrokken begunstigde. De wens van de schenker bestaat in het behouden van de gelijkheid tussen de erfgenamen.
,…. Hoe dan ook zal de langstlevende wel steeds recht hebben op het gebruik van de gezinswoning en de inboedel gedurende een periode van min. zes maanden na overlijden van zijn of haar partner. Dit kan zelfs met een Valkeniers-clausule niet ontnomen worden.
Wat betekent “langst leeft, al heeft” clausule?
In het
wettelijk stelsel
Elk gehuwd paar is onderworpen aan een huwelijksvermogensstelsel. Als een koppel geen huwelijksovereenkomst sluit, zijn ze automatisch onderworpen aan het wettelijk stelsel. Het belangrijkste kenmerk van dit stelsel is dat de inkomsten van beide echtgenoten in één gemeenschap komen.
Met een huwelijksovereenkomst kunnen echtgenoten hun wettelijk stelsel “verfijnen” of kiezen voor een ander stelsel (bijvoorbeeld scheiding van goederen).
(dit is het stelsel waaronder de meeste echtgenoten zijn gehuwd) wordt bij ontbinding van het stelsel, bijvoorbeeld door overlijden, de gemeenschap in helften verdeeld. De ene helft komt toe aan de langstlevende echtgenoot, de andere helft valt in de nalatenschap van de eerststervende echtgenoot. Indien er kinderen zijn, komt deze helft dan toe voor het vruchtgebruik aan de langstlevende en voor de
blote eigendom
Eigendom van een goed waarvan het vruchtgebruik door iemand anders wordt uitgeoefend.
aan de kinderen.
Gehuwde koppels hebben echter dikwijls de wens dat volledig – of toch zoveel mogelijk – van hun vermogen bij overlijden toekomt aan de langstlevende van hen.
Zij moeten dan geen verantwoording afleggen aan hun kinderen zolang zij leven. Echtgenoten gehuwd onder een gemeenschapsstelsel, kunnen dit op een eenvoudige wijze bekomen door in een huwelijkscontract een "langst-leeft-al"-beding in te voegen. Dit gebeurt via een korte
notariële akte
Een notariële akte is een authentieke akte opgesteld door de notaris. Enkel notariële akten (en niet onderhandse verkoopsovereenkomsten) kunnen overgeschreven worden in het hypotheekkantoor. Deze overschrijving maakt de koop “tegenstelbaar”, het beschermt de koper tegen aanspraken van derden.
. Dit heeft tot gevolg dat bij overlijden de volledige gemeenschap zal toekomen aan de langstlevende van de echtgenoten. Er is evenwel een fiscaal prijskaartje verbonden aan deze ingreep: hoe meer men verkrijgt, hoe zwaarder het toegepaste tarief en dus hoe hoger de totale erfenisrechten zullen zijn.
Gelukkig is de gezinswoning wel vrij van
erfbelasting
De erfbelasting is de verzamelterm voor het vroeger gekende “successierecht” en het “recht van overgang”. Het is een belasting die je moet betalen bij het erven van een nalatenschap.
De hoogte van de erfbelasting is afhankelijk van de graad van verwantschap met de overledene. Hoe dichter de verwantschap, hoe minder erfbelastingen je moet betalen. Kinderen van de overledene betalen dus minder erfbelastingen dan de broer, zus, tante of andere familieleden.
Aangezien de erfbelasting altijd uitgedrukt wordt in een percentage, is de hoogte van de verschuldigde erfbelasting ook afhankelijk van de waarde van de erfenis.
maar bij het overlijden van de langstlevende van de beide echtgenoten zal op de volledige nalatenschap nog eens erfenisrechten moeten worden betaald door de kinderen.
Het keuzebeding In principe zal de langstlevende slechts de helft van de nalatenschap, waaronder ook een deel van het gemeenschappelijk vermogen, in vruchtgebruik erven. De blote eigendom gaat naar de kinderen. Men kan in een huwelijkscontract echter geldig bedingen dat het gemeenschappelijk vermogen bij ontbinding door overlijden zal toebehoren aan de langstlevende, naar keuze van deze laatste. De langstlevende kan dan zelf kiezen wat hij met dit gemeenschappelijk vermogen wenst te doen, en welke elementen hij daaruit eventueel volledig voor zich wil houden. Op die manier moet er geen keuze gemaakt worden jaren vóór het overlijden. De langstlevende kan een keuze maken op het moment van de verdeling, wanneer hij of zij beter zijn financiële noden kan inschatten. vormt een tussenweg. Het komt hier op neer dat de beide echtgenoten overeenkomen in een huwelijkscontract dat de langstlevende van hen bij het overlijden van de eerststervende kan kiezen wat hij zal doen met het gemeenschappelijk vermogen, m.a.w. hoeveel de langstlevende echtgenoot zelf wenst te behouden en hoeveel hij al laat overgaan naar de volgende generatie. Het keuzebeding laat dus op dat vlak alle mogelijkheden open tot aan het overlijden van de eerststervende echtgenoot. Pas dan zal de langstlevende echtgenoot dienen te beslissen hoe het gemeenschappelijk vermogen wordt verdeeld.
Ik heb al jaren een slechte verstandhouding met mijn echtgeno(o)te, is er een mogelijkheid om hem/haar te onterven?
De wetgever heeft aan de langstlevende echtgeno(o)t(e) een wettelijk erfrecht toegekend, dat kan variëren naargelang de aanwezigheid van andere erfgenamen zoals kinderen, broers of zussen… Het absoluut minimum (d.i. de reserve) dat de langstlevende altijd moet krijgen, is ofwel het vruchtgebruik van de gezinswoning en de daarin aanwezige huisraad, ofwel de helft van het vermogen van de overledene in vruchtgebruik.
De wetgever heeft voorzien in een uitzondering waarbij je je echtgeno(o)t(e) wel volledig kan onterven. Hierbij moet strikte formaliteiten en cumulatieve voorwaarden gerespecteerd worden:
- De echtgeno(o)t(e) kan enkel via een testament onterfd worden;
- De echtgenoten moeten minstens 6 maanden feitelijk gescheiden leven;
- De persoon die zijn echtgeno(o)t(e) wil onterven, moet het recht om apart te wonen via de rechter aanvragen. Het louter instellen van dergelijke vordering voor de rechter is voldoende, ongeacht wat de rechter nadien over uw vraag beslist.
- Na het instellen van deze vordering mag je niet opnieuw samen wonen met uw echtgeno(o)t(e).
Indien beide echtgenoten elkaar willen onterven, moeten ze elk apart aan de boven vermelde voorwaarden voldoen. Met andere woorden: ze moeten beiden een gerechtelijke vordering instellen, het onterven gebeurt niet automatisch!
Een ander geval waarin een onterving mogelijk is, is wanneer een echtscheidingsprocedure door onderlinge toestemming lopende is en één van de echtgenoten overlijdt tijdens deze procedure. Voor dit geval kan in de voorafgaande overeenkomsten worden bepaald dat de echtgenoten op elkaars nalatenschap geen énkel recht (ook niet meer hun reserve) kunnen laten gelden.
Wat houdt een
beding van aanwas
Een beding van aanwas is een overeenkomst tussen partijen waarbij bedongen wordt dat bij een toevallige, maar zekere gebeurtenis zoals een overlijden, bepaalde goederen rechtstreeks toekomen aan de langstlevende. Het is van belang dat beide partners evenveel “kans” maken om te overleven. In het ander geval zou de fiscus dit immers als een verborgen schenking kunnen zien, met alle gevolgen van dien. Het beding van aanwas wordt vaak gebruikt wegens fiscale motieven, maar vaak ook om zekerheid te geven aan zijn langstlevende partner.
bij aankoop van een
onroerend goed
Is een terrein en alles wat zich daar vast (onroerend) op bevindt, zoals een huis, afsluitingen, verhardingen,...
in?
Een beding van
aanwas
Indien een gerechtigde (een legataris of erfgenaam) in een erfenis wegvalt (bijv. doordat deze gestorven is of de nalatenschap verwerpt), dan komt diens deel toe aan de andere gerechtigden. Bijv. De vader van A, B en C overlijdt. C verwerpt de erfenis. Het deel van C zal toekomen aan A en B.
is een overeenkomst waarbij twee of meer personen die een onroerend goed bezitten of verwerven overeenkomen dat het deel van de eerststervende zal toekomen aan de overlevende(n).
Omdat men niet vooraf weet wie als eerste zal overlijden, hebben we te maken met een kanscontract Een kanscontract is een overeenkomst tussen partijen waarvan de gevolgen (winst of verlies) afhangen van een onzekere gebeurtenis. Van belang van een kanscontract is dat er werkelijk sprake is van een “kanselement”. Of één van partijen iets krijgt en hoeveel die krijgt moet afhankelijk zijn van een gebeurtenis die buiten de greep is van de partijen. Typerend aan kanscontracten is dus het risico dat er aan verbonden is. Bekende voorbeelden van kanscontracten zijn verkoop op lijfrente, tontinebedingen of nog levensverzekeringen. : de langstlevende, die uiteindelijk alleen eigenaar wordt van het goed, had ook als eerste kunnen overleden zijn… Dit is ook de reden waarom geen prijs meer moet betaald worden n.a.v. het overlijden van de eerststervende(n). Het beding van aanwas dient een evenwaardig karakter van de prestaties van alle contractanten tot uiting te laten komen, waarbij de winst- of verlieskansen afhankelijk zijn van een toevallige maar zekere gebeurtenis, nl. het overlijden van één van de contractanten. De kansen zullen bijvoorbeeld als ongelijk beschouwd worden als de kans van de ene om te overleven veel groter is dan bij de andere omwille van het leeftijdsverschil tussen de eigenaars. In dit geval zou het beding van aanwas als een schenking kunnen worden beschouwd.
Het beding van aanwas kan fiscale voordelen hebben omdat er op het deel van de eerstoverledene geen successierechten verschuldigd zijn, maar wel dezelfde belasting als destijds betaald bij aankoop.
Hoewel het eventueel fiscaal voordeel belangrijk kan zijn, wordt het beding van aanwas meestal aangewend omwille van de mogelijkheden op burgerrechtelijk vlak.
Door gebruik van het beding van aanwas (als evenwichtig kanscontract), valt het aandeel van de eerststervende niet in diens nalatenschap en kunnen de erfgenamen (bijvoorbeeld de kinderen of de ouders) er geen rechten op laten gelden, zelfs niet hun reserve. Zo kan het beding van aanwas aangewend worden door feitelijk samenwonenden, die niet automatisch erven van elkaar. De erfgenamen van de eerststervende zullen niet noodzakelijk erven van de langstlevende zodat de goederen die het voorwerp hebben uitgemaakt van het beding van aanwas in dat geval definitief verdwijnen uit het vermogen van de familie van de eerststervende. Dit nadeel kan ondervangen worden door een beding van aanwas beperkt tot het vruchtgebruik van het betrokken goed te gebruiken.
Het beding van aanwas kan, tenzij anders werd overeengekomen, slechts verbroken worden met het akkoord van alle betrokkenen, nooit eenzijdig. Dit is een zeer belangrijk gevolg. Met andere woorden betekent dit dat iemand die gekocht heeft met het aanwasbeding zijn aandeel nooit meer eenzijdig kan vervreemden aan een derde. Dit is zeker een zware rem op de onbeperkte toepassing van het beding van aanwas. Daarom dat men in de akte meestal in een opzegmogelijkheid voorziet.