Ik ontvang een erfenis of een schenking

Dit bericht is geschreven op 28/01/2019, in functie van de regelgeving die op dat moment gold. Informeer je altijd bij een notariskantoor om specifieke informatie en advies te krijgen dat bij je situatie past.
Een
schenking
Overeenkomst waarbij de schenker, tijdens zijn leven, onherroepelijk enig goed (of geldbedrag) afstaat uit vrijgevigheid aan de begiftigde die het aanneemt.
Schenkingen tussen ongehuwde partners zijn belangrijk vermits zij niet van elkaar kunnen erven. Schenken en erven zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar: hoe meer geschonken wordt bij leven, hoe kleiner de totale nalatenschap en hoe lager de erfbelasting. De schenking is dus een belangrijk instrument bij successieplanning.
ontvangen of een
erfenis
Een ander woord voor de “nalatenschap” van de overledene. Zoals de naam het al doet vermoeden is dit alles wat de overledene nalaat: de activa (vorderingen, aandelen, goederen …), maar ook passiva (schulden).
verkrijgen staat gelijk aan een belangrijke wijziging in ons vermogen. Vaak hebben we op dat moment ons leven al wat uitgestippeld: professioneel, familiaal, financieel… En dan rijst natuurlijk de vraag: wat nu met dat extra verkregen kapitaal? Op een spaarrekening houden? Investeren? Delen met mijn partner?
1. Regel: erfenissen en schenkingen behoren tot het eigen vermogen
Sluiten de huwelijkspartners geen huwelijkscontract, dan zijn ze getrouwd onder het wettelijk gemeenschapsstelsel. In dat stelsel behouden de partners elk een eigen vermogen, maar daarnaast hebben ze elk een aandeel in het gemeenschappelijk vermogen. In het gemeenschappelijk vermogen zitten onder meer de goederen die partners samen gedurende hun
huwelijk
Een wettelijk geregelde levensgemeenschap van twee personen (ongeacht het geslacht) met o.a. gevolgen voor de onderhoudsplicht, rechtshandelingen en nalatenschap.
Het huwelijk wordt afgesloten voor de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Getrouwde koppels zijn verplicht elkaar te helpen en elkaar het nodige te verschaffen.
hebben gekocht en hun inkomsten. ‘Eigen’ blijven echter hun voorhuwelijkse goederen én de erfenissen en schenkingen. Merk op dat de vruchten, inkomsten en interesten uit eigen goederen wél behoren tot het gemeenschappelijk vermogen. Brengt het kapitaal van een schenking of erfenis bepaalde interesten op, dan zullen deze gemeenschappelijk zijn, zelfs als het kapitaal op een eigen rekening stond.
2. Het erfrecht van langstlevende huwelijkspartner
Wanneer één van de huwelijkspartners overlijdt, moet het gemeenschappelijk vermogen van de partners ‘vereffend en verdeeld’ worden. Elk van de partners had immers aandelen in dat gemeenschappelijk vermogen. Daarnaast zullen de regels van het erfrecht spelen, die afhankelijk zijn van het al dan niet aanwezig zijn van kinderen. Zijn er kinderen, dan krijgt de weduwe of weduwnaar het
vruchtgebruik
Het recht om een andermans goed te gebruiken en de vruchten daarvan te innen alsof men zelf de eigenaar was, met de verplichting ervoor te zorgen zodat het goed zelf in stand blijft. Een vruchtgebruiker kan dus in een onroerend wonen, maar kan evengoed dit onroerend goed verhuren en genieten van de huurinkomsten. Ander voorbeeld: De vruchtgebruiker van een kapitaal zal geen eigenaar zijn van het kapitaal, maar zal wel recht hebben op de interesten.
op de eigen goederen van de overleden partner + het vruchtgebruik op 1/2de van de goederen in de gemeenschap. De ander helft van het gemeenschappelijk vermogen maakt per definitie geen deel uit van de
nalatenschap
Vermogen, goederen en schulden op het moment van overlijden.
, want dat behoorde al toe aan de langstlevende. De kinderen krijgen de
blote eigendom
Eigendom van een goed waarvan het vruchtgebruik door iemand anders wordt uitgeoefend.
. Zijn er geen kinderen, dan krijgt de weduwe of weduwnaar de hele gemeenschap in volle eigendom en het vruchtgebruik van de eigen goederen van de echtgenoot. De blote eigendom van deze goederen gaat naar de familie van de overledene.
De langstlevende gehuwde partner erft dus altijd ‘iets’ van het gemeenschappelijk vermogen, en wie
erven
Bij overlijden erft de overblijvende echtgenoot altijd het vruchtgebruik van de gezinswoning met alle huisraad en meubilair.
Ongehuwd samenwonenden die louter feitelijk samenwonen erven niet van elkaar tenzij er een testament in hun voordeel werd opgemaakt.
Wettelijk samenwonenden erven automatisch van elkaar.
Dit geldt alleen voor de samenwonenden die een verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand hebben opgemaakt.
zegt, zegt ook meteen
erfbelasting
De erfbelasting is de verzamelterm voor het vroeger gekende “successierecht” en het “recht van overgang”. Het is een belasting die je moet betalen bij het erven van een nalatenschap.
De hoogte van de erfbelasting is afhankelijk van de graad van verwantschap met de overledene. Hoe dichter de verwantschap, hoe minder erfbelastingen je moet betalen. Kinderen van de overledene betalen dus minder erfbelastingen dan de broer, zus, tante of andere familieleden.
Aangezien de erfbelasting altijd uitgedrukt wordt in een percentage, is de hoogte van de verschuldigde erfbelasting ook afhankelijk van de waarde van de erfenis.
…
3. Geld uit een erfenis storten op de gemeenschappelijke rekening
Juist omdat (een deel van) het gemeenschappelijk vermogen deel uitmaakt van de nalatenschap van de overlevende partner, is het van belang om niet zomaar eigen gelden te storten op de gemeenschappelijke rekening. Het storten van geld uit een erfenis of een schenking (wat eigen is), op een gemeenschappelijke rekening waarop geld van beide huwelijkspartners staat, zorgt voor een ‘vermenging’. Het eigen geld wordt niet langer traceerbaar en de herkomst van het geld kan achteraf moeilijk worden bepaald.
Dat kan voor miserie zorgen wanneer de langstlevende huwelijkspartner haar nalatenschap moet aangeven in de aangifte van nalatenschap Wanneer een persoon een nalatenschap erft, moet de erfbelasting betaald worden. Om te weten hoe hoog die verschuldigde rechten zijn, heeft de Vlaamse belastingendienst (Vlabel) een lijst nodig van alle goederen. Dit noemt men de aangifte van nalatenschap. Op basis van die aangifte moet Vlabel de verschuldigde erfbelasting berekenen. De aangifte van nalatenschap moet binnen de 4 maanden na het overlijden opgestuurd worden naar Vlabel. Indien het overlijden heeft plaats gehad in het buitenland krijgt men meer tijd (5 of 6 maanden, afhankelijk van het land). Na het versturen van de aangifte krijgen de erfgena(a)men een aanslagbiljet. … Hoe bewijs je dan immers dat een deel van het geld op de gemeenschappelijke rekening, wel effectief ‘eigen geld’ is, dat destijds reeds belast werd?
4. Geld uit een erfenis of een schenking: aparte rekening
Cruciaal om het kapitaal ‘eigen’ te houden, en dus uit het vizier van de
fiscus
De fiscus is de fiscale overheid, ook wel de belastingdienst genoemd. Het is de instantie aan wie je belastingen betaalt. De fiscus kan zowel Federaal, Gewestelijk, Provinciaal als lokaal zijn.
te houden, is om het traceerbaar en individualiseerbaar te houden. De
notaris
De notaris is zowel een openbare ambtenaar die bevoegd is om authentieke akten te verlijden, te bewaren en er afschriften van te verstrekken, als een juridische raadgever. De notaris komt tussen in heel wat domeinen: huwelijken, echtscheidingen, de koop van een onroerend goed, een erfenis na overlijden,…
De notaris wordt benoemd door de Koning.
De partijen kiezen vrij hun eigen notaris.
zal je aanraden om de verkregen tegoeden uit een erfenis of een schenking te storten op een eigen rekening, waar geen andere gemeenschappelijke gelden op terechtkomen. Zo zal er geen vermenging met de gemeenschappelijke gelden kunnen plaatsvinden. Dit is de veiligste oplossing.
Het valt af te raden de gelden te storten op een gemeenschappelijke rekening (of zelfs op een eigen rekening waarop nog andere, gemeenschappelijke, gelden terecht komen), zelfs als het slechts een tijdelijke maatregel is “in afwachting van”.