Nieuw academiejaar: moet je de opleiding van je kind altijd betalen?

Dit bericht is geschreven op 22/09/2020, in functie van de regelgeving die op dat moment gold. Informeer je altijd bij een notariskantoor om specifieke informatie en advies te krijgen dat bij je situatie past.
Ouders betalen de studies van hun kinderen tot deze voltooid zijn. Volgens de wet hebben meerderjarige kinderen zelfs een vorderingsrecht tegen hun ouders als die onvoldoende bijdragen. De studies moeten dan wel een normale vooruitgang kennen. Bovendien genieten niet alle kinderen van hetzelfde opleidingsparcours. Wanneer ouders bepaalde meeruitgaven doen aan een kind kan het opstellen van erfovereenkomst discussies in de toekomst vermijden.
Gebuisd
Als regel geldt dat je als ouder de opleiding van je kind financiert. Ook wanneer je kind meerderjarig is. Er moet sprake zijn van een “normale vooruitgang”, maar een jong volwassene mag zijn interesses verkennen en zich oriënteren. Zo blijf je tot financiering verplicht wanneer je kind initieel een slechte studiekeuze maakt en zich dan herpakt. Jongeren hebben recht op een tweede, en zelfs derde kans. Zolang hun motivatie om te slagen er maar is. Ook wanneer slechte punten te wijten zijn aan omstandigheden buiten zichzelf (denk maar aan een trauma of ziekte), ben je als ouder tot financiering van de studies verplicht.
Maar soms wil het écht niet lukken. Wanneer je kind jaar na jaar buist, ben niet langer verplicht zijn om bij te dragen. Het afgelegd - al dan niet hobbelig - parcours en de inspanningen die de student levert zijn belangrijke punten die een rechter in overweging neemt, indien het echt tot een conflictsituatie zou komen.
Een tweede opleiding
Ouders moeten hun kind financieel helpen bij zijn opleiding tot hij redelijke kansen heeft op de arbeidsmarkt. In principe bekostig je één volledige opleiding. Maar ook dit verschilt van geval tot geval. Zo maken korte aanvullende of gespecialiseerde studies (bv. een master na master) ook deel van het ‘totaalpakket’. Als de tweede opleiding in het verlengde ligt van de vorige, moeten ouders bijdragen. Hetzelfde geldt als de tweede opleiding de kansen op de arbeidsmarkt van het kind verhoogt.
Wil het kind daarentegen plots een kunstopleiding volgen na een opleiding rechten? Dan mag je als ouder aannemen dat je niet verplicht bent om de tweede studie te financieren.
Niet akkoord met de studiekeuze
Niet iedere opleiding biedt evenveel kans op de arbeidsmarkt. En als ouder wil je uiteraard het beste voor je kind. Heb je dan iets te zeggen over de studiekeuze van je kind? Nee. Want ten aanzien van meerderjarige kinderen speelt het ‘
ouderlijk gezag
Het geheel van rechten dat de wet toekent aan de ouders met betrekking tot het bestuur van de persoon en de goederen van hun niet-ontvoogde minderjarige kinderen. Het ouderlijk gezag omvat 3 componenten:
- het gezag over de persoon van het kind (welke godsdienst zal het kind volgen? Welke opvoeding zal hij krijgen?)
- het wettelijk genot op de goederen van het kind (ouders hebben een wettelijk vruchtgebruik).
- het wettelijk beheer van de goederen van het kind (ouders mogen de rekeningen beheren van het minderjarig kind).
’ niet. Een ouder kan niet weigeren om bij te dragen tot een studie omdat hij of zij niet achter de studiekeuze van zijn kind staat.
Dat je kind een bijverdienste of vakantiejob heeft, betekent trouwens niet dat hij deze inkomsten moet aanwenden voor zijn studies. Dat zijn extraatjes voor je kind. Een vakantiejob ontslaat ouders niet van hun bijdrageplicht. Enkel wanneer de inkomsten van het kind ‘abnormaal’ hoog zijn, kunnen de ouders mogelijks hun financiële steun voor de studies wat terugschroeven.
Luxe uitgaven
De onderhoudsplicht van de ouders kent een andere grens. Je moet als ouders immers niet instaan voor ‘luxe-uitgaven’. Woont je kind dicht bij de universiteit en verloopt de samenwoning goed? Dan kan je kind je niet dwingen om een kot te betalen. Zijn de afstanden tijdrovend, dan ligt dat anders.Studenten willen vaak verder studeren. ‘Verder’ in de zin van ‘langer’, maar soms ook letterlijk in de zin van ‘in het buitenland’. Ook buitenlandse studies behoren mogelijks tot meeruitgaven. Maar opnieuw zal dit afhankelijk zijn van de concrete situatie. Of iets als een luxe-uitgave bestempeld wordt, hangt onder meer af van het inkomen van de ouders.
De erfovereenkomst: latere discussies tussen kinderen vermijden
Vandaag bestaan er tal van master-na-master opleidingen, postgraduaten, specialisaties… Een jaar of twee studeren in het buitenland schrikt studenten vaak niet af, ongeacht welk prijskaartje aan zo’n avontuur vasthangt. Natuurlijk is het ene kind het andere niet. Ouders kunnen perfect een kind hebben waarvan de grootste droom een specialisatie is in het buitenland, terwijl een ander kind de schoolbanken liever zo vlug mogelijk achter zich laat…
Ouders proberen dan ook vaak tot een evenwichtige regeling te komen wat de ‘investering in hun kinderen’ betreft. Maar discussies over wat een kind in zijn leven heeft gekregen ten opzichte van een ander kind zijn courant. Ook jaren na de feiten. Of zelfs wanneer de kinderen
erven
Bij overlijden erft de overblijvende echtgenoot altijd het vruchtgebruik van de gezinswoning met alle huisraad en meubilair.
Ongehuwd samenwonenden die louter feitelijk samenwonen erven niet van elkaar tenzij er een testament in hun voordeel werd opgemaakt.
Wettelijk samenwonenden erven automatisch van elkaar.
Dit geldt alleen voor de samenwonenden die een verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand hebben opgemaakt.
.
Een familiepact opstellen kan een oplossing zijn als de investering van ouders in de studies van één van hun kinderen hoog zijn. Centraal bij het familiepact staat de wens van ouders om samen met hun toekomstige erfgenamen op zoek gaan naar een “fair” evenwicht tussen de kinderen, een globaal akkoord over de latere behandeling van de schenkingen en voordelen die ze hebben ontvangen én hun invloed op hun latere erfenis Een ander woord voor de “nalatenschap” van de overledene. Zoals de naam het al doet vermoeden is dit alles wat de overledene nalaat: de activa (vorderingen, aandelen, goederen …), maar ook passiva (schulden). .
Zo’n familiepact kan verregaande gevolgen hebben. Ouders die zo’n overeenkomst opstellen, moeten hiervoor naar een notariskantoor. De
notaris
De notaris is zowel een openbare ambtenaar die bevoegd is om authentieke akten te verlijden, te bewaren en er afschriften van te verstrekken, als een juridische raadgever. De notaris komt tussen in heel wat domeinen: huwelijken, echtscheidingen, de koop van een onroerend goed, een erfenis na overlijden,…
De notaris wordt benoemd door de Koning.
De partijen kiezen vrij hun eigen notaris.
zal de partijen begeleiden en adviseren. Door op voorhand te anticiperen op bepaalde problemen die zich zouden kunnen voordoen bij de verdeling van de
nalatenschap
Vermogen, goederen en schulden op het moment van overlijden.
, worden latere conflicten en discussies tussen de kinderen vermeden.